De zoetwatervoorziening is een complex gebeuren. De aanleg van de Roode Vaart is een van de aspecten daarbij.
Lees hieronder wat GroenLinks in de Statenvergadering van 1 maart 2019 daarover heeft gezegd.
De zoetwatervoorziening is een complex gebeuren. De aanleg van de Roode Vaart is een van de aspecten daarbij.
Lees hieronder wat GroenLinks in de Statenvergadering van 1 maart 2019 daarover heeft gezegd.
Voorzitter,
“Twee emmertjes water halen, twee emmertjes pompen”. Was het maar zo simpel om de zoetwatervoorziening in Zeeland op orde te houden met een dubbele toevoer vanuit Brabant. Vorige week hebben de Staten een eerste beeldvormende bijeenkomst gehouden over hoe het nou zit met de zoetwatervoorziening in onze provincie. Verzilting van de bodem houdt niet alleen verband met de klimaatverandering en de bijbehorende zeespiegelstijging, maar ook met de manier waarop landbouw wordt bedreven.
Duidelijk werd dat er enorme verschillen bestaan tussen Schouwen-Duiveland en Tholen aan de ene kant (die van het Volkerak-Zoommeer VZM) en Walcheren, De Bevelanden en Zeeuws-Vlaanderen. De een heeft helemaal geen eigen zoet water, de ander wel in de vorm van bijvoorbeeld zoetwaterbellen.
Die bieden mogelijkheden net als een gerichte opvang van overtollig water. Zelfs dan blijft toevoer vanuit Brabant noodzakelijk. Sterker nog: “Dat wat Brabant via de Roode Vaart aan het noorden van onze provincie kan leveren en dat wat via de Brabantse Wal in het zuiden naar binnen kan komen” blijft ontoereikend om de gehele provincie van voldoende zoet water te voorzien is de verwachting. Nog afgezien van de vraag of het VZM uiteindelijk zout wordt of zoet blijft na. GroenLinks onderkent het belang van water, inclusief de waterkwaliteit. GroenLinks heeft meermaals benadrukt dat dit niet alleen geldt voor de landbouw, maar zeker ook voor de natuur en biodiversiteit. Daarbij moeten we ook die stijgende zeespiegel nadrukkelijk betrekken.
Het nu voorliggende voorstel vraagt “slechts” om – op den duur – de toevoer vanuit de Roode Vaart mogelijk te maken. Daartoe moet in totaal ruimte gevonden worden voor 1,2 miljoen euro bestaande uit 300.000 euro vanuit een eerdere toezegging en 900.000 om een door Brabant voor te schieten bedrag de komende jaren te kunnen terugbetalen. Daartoe is GL genegen, maar zij heeft eerst nog enkele vragen.
VRAGEN: begrijpt GroenLinks het goed dat die 9 ton niet terugbetaald behoeft te worden wanneer er uiteindelijk geen toevoer via de Roode Vaart noodzakelijk is omdat bijvoorbeeld de minister zou besluiten dat het VZM zoet blijft? Heeft GS zicht op wanneer PS zich zou moeten buigen over de vraag of en wanneer er bijgedragen moet worden om zo’n eventueel wel vereiste doorvoer met sifons te realiseren?
Antwoorden vanuit GS: ja, die afspraak is nadrukkelijk in de voorwaarden opgenomen. Een exact tijdpad valt nu nog niet te geven. Dit hangt af wat wanneer o.a. de minister gaat besluiten over het VZM, maar ook wat in regionale overleggen ingebracht gaat worden rondom dit thema.