In opdracht van de Staten heeft een commissie onderzoek gedaan naar de bestuurskracht van de provincie. Een eerste reactie van de fractie.
De visitatiecommissie begint in de samenvattende conclusie positief. Dat is goed nieuws. Het provinciebestuur heeft op een groot aantal opgaven haar ambities adequaat vertaald in specifieke en meetbare doelstellingen, en deze doelen ook gerealiseerd. Als voorbeelden worden genoemd de EHS, Implementatie Kaderrichtlijn Water, de Jeugdzorg, de Steunfunctie gemeentelijke WMO-taken, Instandhouding mbo/hbo/wo in Zeeland en het Verbreden van het toeristisch perspectief Zeeland.
De commissie heeft ook een aantal minpunten genoemd. Zaken als hoe om te gaan met de schaalvergroting in het toerisme, welke keuzes men wil maken in de ontwikkeling van de havens en het industrieel complex, worden niet geagendeerd. Dat breekt op in de doeltreffendheid van de economische en ruimtelijke dossiers. Voorts is er nagenoeg geen lobby richting Den Haag en Brussel en er worden geen keuzes gemaakt op ‘slapende c.q. slepende dossiers’.
Gedoeld wordt hierbij o.a. op de WCT. Ik had wat dat betreft meer duidelijkheid verwacht. Een helder advies van de commissie had kunnen zijn: stop met de WCT, want… Het duurt immers al langer dan 10 jaar en heeft zo’n slordige 32 miljoen euro gekost. U bent tegen ontpolderen? Ga dan niet inpolderen om een WCT aan te leggen. Dat is vragen om problemen c.q. kans op nieuwe ontpolderingen. Bovendien heeft de haven van Vlissingen-Oost capaciteit genoeg voor ruim 4 miljoen containers.
Het rapport wordt besproken in de commissie Bestuurlijke en Financiële Zaken op 16 februari a.s.