De rechter heeft uitspraak gedaan in het proces Wilders en dat heeft tot opmerkelijk veel reacties geleid. Nederland lijkt door de uitspraak te worden verdeeld in twee kampen. Een ding is daarbij het zelfde: iedereen blijft volharden in het eigen gelijk. Zo ook Gerard Spong en Thierry Baudet in de NRC van 10 december jl. Zij hebben een mening, maar de Haagse kolonne schuifelt heel voorzichtig om de hete brei heen. Misschien is dit een onderwerp om een keer met elkaar te bespreken?
Een weerbarstige werkelijkheid
Premier Rutte onderstreepte de werking van de rechtsstaat en beklemtoonde dat Nederlanders kunnen rekenen op onafhankelijke rechters. Maar dat wisten wij al, het is nota bene vastgelegd in de Grondwet. Kees van der Staaij was misschien wel het meest eerlijk door te twitteren dat het ‘erg ongemakkelijk’ voelt. De Haagse politiek ontpopt zich onbedoeld als grote verliezer in dit macabere schouwspel.
De rechter heeft vonnis gewezen en zo hoort het, zou je denken. Ik vraag mij af of hij dat wel had moeten doen? Door de uitspraak heeft Wilders een geweldig podium gekregen. Hij kan optimaal gebruikmaken van zijn rechterlijke beperking. Voorlopig twee zetels virtuele winst bij MdH.
Mijn vraag is waarom de Tweede Kamer de echte oorzaak van het probleem, de grens van de parlementaire onschendbaarheid, niet op de agenda heeft gezet? De Kamer is het enige podium om de heer Wilders en zijn PVV verantwoording af te laten leggen. Door de uitspraak van de rechter en het terughoudende gedrag van onze volksvertegenwoordiging is dat een onmogelijkheid geworden. Men vreest immers inmenging in een rechtsgeding. Het komt de parlementariërs misschien ook wel goed uit!?
Waarom geen discussie over het verruimen van artikel 71 van de Grondwet? "De leden van de Staten-Generaal, de ministers, de staatssecretarissen en andere personen die deelnemen aan de beraadslaging, kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor hetgeen zij in de vergaderingen van de Staten-Generaal of van commissies daaruit hebben gezegd of aan deze schriftelijk hebben overgelegd." Duidelijk, of toch niet? Zodra hetzelfde buiten de vergadering wordt gezegd, is er dus een probleem. De Trias Politica (scheiding der machten) lijkt zich dan te vermengen. De politicus kan buiten het officiële debat worden vervolgd voor iets dat hij ook in het officiële debat heeft betoogd. In hoeverre de parlementaire immuniteit politici ook buiten de vergaderzaal(/-zalen) meer vrijheid geeft om zich te uiten, is dus ter beoordeling van de rechter. In 1939 werd een katholiek Tweede Kamerlid tot een boete veroordeeld, nadat hij een NSB-Kamerlid na het sluiten van de vergadering voor landverrader had uitgemaakt. Met de kennis van nu en het veranderde maatschappijbeeld lijkt zo’n uitspraak vandaag de dag uitgesloten.
Femke Halsema pleitte bij haar vertrek uit de Tweede Kamer voor uitbreiding van de parlementaire onschendbaarheid. Die moet wat haar betreft ook gelden buiten de Tweede Kamer: overal waar een Kamerlid uit hoofde van zijn functie het woord voert. Een citaat daaruit: "Volksvertegenwoordigers dienen zich beschermd en vrij te weten, ook als zij meningen verkondigen die sommigen tegen de borst stuiten of zelfs ronduit kwetsen. Die bescherming zou niet alleen moeten gelden als zij achter het spreekgestoelte of bij de interruptiemicrofoon staan, maar overal waar zij uit hoofde van hun functie het woord voeren." Oud-Tweede Kamervoorzitter Gerdi Verbeet sloot zich daar bij aan: ''Kamerleden zijn 24 uur per dag volksvertegenwoordiger. Dan kun je ze er niet op vastprikken of uitspraken binnen of buiten de Kamer zijn gedaan."
Tijd voor heroverweging van art. 71 van de Grondwet, bedacht in 1848. Het kan anno nu niet zo zijn, dat een politicus in functie buiten de officiële vergadering niet mag herhalen wat hij/zij in de vergadering (hoe erg soms ook) heeft betoogd. Dat is niet meer van deze tijd. Haal de heer Wilders van zijn podium en verplaats dat naar de Tweede Kamer!
Jammer, heel jammer, dat de rechter wel een (ongebruikelijke) mening had over het verbaal geweld van de heer Wilders, maar zich geen opmerking permitteerde over het mogelijk aanpassen van art. 71 van de Grondwet aan de eisen van deze tijd. De rechter heeft met zijn uitspraak onbedoeld meegewerkt aan het ontstaan van een grijs gebied in de Trias Politica. Dat is een snelle reparatie waard!
Leen Harpe