Misschien heeft u ook de verrichtingen gevolgd van de ‘onderzoekscommissie Sloeweg’. Voor mij was het soms verhelderend, maar ook verbijsterend. Een veel gehoorde term was “Met de kennis van nu”. Gedeputeerden haastten zich te zeggen: “als wij dat toen hadden geweten, ja dan was alles anders gegaan. Met de kennis van nu hadden wij de Staten correct geïnformeerd, maar ja…”.

Was die kennis er niet of koos het college voor eigen richting? Lees door >>

Het eerste is niet waar. Die kennis was er ruimschoots, althans bij de niet-collegepartijen. Kijk maar naar de vele moties en initiatiefvoorstellen die werden ingediend en afgewezen. Kijk maar naar de vele (art. 44) vragen die werden gesteld en vaak half werden beantwoord. Financiële kaders werden door de Staten wel voorgesteld, met name in het Sloewegdossier, maar de drie aapjes stonden altijd op de collegetafel. Het college moet gedacht hebben aan een spreuk van de Vrijmetselarij uit de 17e eeuw: “Wie in vrede leven wil, moet horen, zien en zwijgen stil.”

Koos het college dan voor eigen richting? Ik denk van wel. Dat bleek nog eens uit de antwoorden die oud-gedeputeerde Van Heukelom gaf op vragen over de NAR-regeling. Hij zou het precies weer zo doen en verwees en passant naar die nare professor Elzinga, die door de niet-collegepartijen om advies was gevraagd. Ook gedeputeerde Schönknecht zei hetzelfde, maar dan wat slimmer. Zij staat als gedeputeerde nog steeds achter het NAR-besluit. Als Statenlid vond zij dat de Staten vanaf het begin betrokken hadden moeten worden bij deze zaak en niet achteraf. Zij stemde echter wel tegen de motie die dat verwoordde!

Met de kennis van nu… Hier gelden de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Een groot aantal daarvan is terug te vinden in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De onderzoekscommissie Sloeweg zal die beginselen met terugwerkende kracht moeten toetsen met de opgedane kennis van nu.

Leen Harpe,

voorzitter GroenLinks Zeeland