Een column van de voorzitter van GroenLinks Zeeland: Superduaal
Eindelijk heeft Zeeland een college van GS en een collegeprogramma met als titel “Krachten bundelen”. De naam doet mij vreemd aan, ik zou gekozen hebben voor: “Klachten bundelen”. Bundelen laat zich overigens gemakkelijk omvormen tot blunderen. Enfin, genoeg stof voor een heuse cabaretavond. Mijn teleurstelling over het collegeakkoord is groot. Het is kleurloos en richtingloos. Misschien nog een betere titel voor het akkoord: Waarheen leidt de weg?
Ik vind een collegeprogramma niet meer van deze tijd. De Provinciewet zegt er in art. 35, lid 2 alleen het volgende over: “De commissaris van de Koning wordt geïnformeerd over de uitkomsten van de college-onderhandelingen. Hij wordt alsdan in de gelegenheid gesteld zijn opvattingen over voorstellen ten behoeve van het collegeprogramma kenbaar te maken.”
De Staten komen niet aan bod. Een voorbeeld: de Provinciewet schrijft voor dat wijzigingen van provinciale belastingen in het openbaar moeten worden vastgesteld. Het besluit ligt feitelijk al vast in het collegeakkoord, dat een besloten deal is van de vier collegepartijen. De meerderheid regeert dus (weer). Hoe rampzalig dat kan zijn, moge blijken uit de vorige bestuursperiode. De overheersing van de VVD heeft Zeeland geen goed gedaan.
In het kader van het duale stelsel ligt een Statenprogramma veel meer voor de hand. De Staten stellen een programma op hoofdlijnen vast als opdracht aan het college. Alle fracties kunnen daar in het openbaar een bijdrage aan leveren en het is Super Duaal. Het lijkt mij fantastisch zo'n duale discussie in de Staten te gaan beluisteren. Voordelen? Zeker, er wordt goede politiek bedreven; er is een open discussie; meer publieke belangstelling; geen kleffe collegedwang en niet een louter bezuinigingscollege.
Werk aan de winkel voor de oppositie of, zo u wilt, de niet-coalitiepartijen. Die term komt twee keer(!) voor in het collegeprogramma. Hoezo duaal? Een andere term uit het collegeprogramma is “verbonden partijen”. Dat zou meer recht doen aan de oppositie. Dan ben je immers verbonden met elkaar en kan er op een duale manier echt beleid gemaakt worden. Vooralsnog lijkt het collegeprogramma weer een gemiste kans.
Leen Harpe,
voorzitter