Het pleidooi voor een vierde verdieping ‘we hebben er recht op en we gaan het nodig hebben’ van Vlaams premier Peeters laat zien dat bij het ‘Vlaams charme-offensief’ als het over havens gaat spierballen getoond worden en turbotaal gebezigd. Een echte machowereld met dito gedrag. Juridisch is een vierde verdieping overigens niet af te dwingen en zo’n ingreep zet de deur weer wagenwijd open voor... ontpolderen!

De traditie van de havens is ‘ieder voor zich’. Die overheerst de werkelijkheid van de economie. Die wordt in de logistiek bepaald door de aanbieders, de reders, waarvan er een stuk of vijf wereldspelers bepalend zijn. Zij spelen de niet samenwerkende havens tegen elkaar uit. En dat leidt uiteindelijk tot een situatie waarin in de logistiek weinig wordt verdiend, weinig wordt geïnnoveerd en veel overlast is: herrie, fijn stof en ruimtebeslag.

De havens concurreren onderling - vaak met overheidsgeld - om zoveel mogelijk infrastructuur aan te leggen. In Antwerpen ligt er kaderuimte voor 6 miljoen containers werkloos te wachten. En de Tweede Maasvlakte zuigt de Eerste Maasvlakte leeg. De Betuwelijn nog lang niet vol. Tel uit je economisch én maatschappelijk rendement!

In die situatie pleit Antwerpen voor de snelle aanleg van de IJzeren Rijn - ook een miljardenkwestie - én voor een vierde verdieping. En omdat dan de hele lengte van de rivier moet worden aangepakt, is dat economisch volstrekt onhaalbaar én ecologisch een ramp. Dat gaan we nooit doen!

Wat we echt moeten gaan doen: in de Rijn-Schelde-Delta gaan samenwerken tussen havens. Met behoud van gezonde marktverhoudingen. Die samenwerking kan in ieder geval beginnen met de volgende zaken:

  • samen de logistiek organiseren, zodat treinen efficiënter samengesteld kunnen worden en effectiever vervoer leveren;
  • er minder ‘leeg vervoer’ plaatsvindt door (vrachtauto)retourladingen te organiseren en collectief containerbeheer;
  • samen de aanleg plannen én betalen van de goederenspoorverbinding tussen Rotterdam en Antwerpen (ROBELlijn). Veel beter voor de logistiek én de Brabantse steden, en veel goedkoper dan een IJzeren Rijn.

De crisis dwingt ons slimmer om te gaan met (publiek) geld. Rotterdam begrijpt dat, en stak reeds de hand uit naar Antwerpen. Als havens gaan samenwerken kost dat minder en levert dat meer op. Ook in de onderhandelingspositie met de grote reders! De Vlaamse en Nederlandse Groenen pleitten daar al veel eerder voor. Omdat dat goed is, ook en misschien wel vooral voor de Zeeuwse havens. Het wordt tijd om ter wille van de economie, de ecologie en de mensen groen te gaan denken in de havens!

Leen Harpe, fractievoorzitter GroenLinks Zeeland