Ondanks de Wet verbod pelsdierhouderij (Wvp) hebben B en W van Tholen en GS van Zeeland een nertsenfarm in Stavenisse een uitbreiding van zijn bedrijf toegestaan, namelijk van 10.000 naar 15.000 dieren, op nota bene dezelfde bedrijfsoppervlakte. Is dit in de geest van de Wet verbod pelsdierhouderij? Die staat een dergelijke groei immers niet toe. GroenLinks vraagt zich af hoe het in zo’n geval zit met de handhaving. We gingen in gesprek met de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Zeeland.

Over de nertsenfokkerij in Stavenisse namen we contact op met de RUD, in onze ogen verantwoordelijk voor de handhaving en het toezicht op de nertsenfokkerijen. Na een uitgebreide mailwisseling werden we uitgenodigd op het kantoor in Terneuzen, waar we op 4 september spraken met Joost Boerma (afdelingshoofd toezicht en handhaving) en Ary Goud (teamaccounthouder). 

Aanleiding voor GroenLinks is de bontindustrie en het dierenleed wat gepaard gaat met deze vorm van bio-industrie. Verschillende keren stelde GroenLinks vragen over deze bedrijfstak in Zeeland (zie Uitbreiding nertsenfokkerij Stavenisse? (sept. 2016), Vragen dec. 2015 en Vragen jan. 2013), we dienden een amendement in (mrt. 2016), dat werd aangenomen, en kwamen met een zienswijze tegen de vergunning (dec. 2015). We zijn nog altijd verbaasd hoe het kan dat deze nertsenfokker in Stavenisse het aantal dieren mag uitbreiden van 10.000 naar 15.000.

Met de diversiteit aan wetten - waarvoor overheden op verschillende niveaus verantwoordelijk zijn -  kwam de vraag op wie waarvoor verantwoordelijk is, en of er geen gaten vallen in het toezicht daarop en de handhaving. Als dat het geval is, moeten we als politiek zorgen dat we die gaten dichten. GroenLinks wil zich daar zeker voor inzetten.

In het geval van de nertsenfokkerijen is het volgens de RUD onmogelijk de nertsen stuk voor stuk te tellen: mannetjes en vrouwtjes uit elkaar houden is al onmogelijk. Overigens heeft de sector er volgens de RUD ‘geen belang bij de registratie niet op orde te hebben’. GroenLinks is van mening dat dit juist wel het geval is; er spelen grote (financiële) belangen bij deze sector. Zeker met wetgeving op verschillende niveaus, is het o.i. opletten geblazen.

Over het algemeen vinden controles plaats in opdracht van gemeenten. Dit gebeurt door middel van een steekproef, vooraf aangekondigd, variërend van één- of tweejaarlijks tot vijf- of tienjaarlijks. Bij de nertsenhouders gebeurt dit één- of tweejaarlijks. Gecheckt wordt of voerinkoop, veterinaire ingrepen en middelen in verhouding zijn met het aantal aanwezige dieren. GroenLinks benadrukt het belang van controle van het aantal moederdieren, die eenmaal per jaar jongen werpen (in april/mei). Ook dit moet in verhouding zijn.

De vraag is dus wie er aan de lat staat voor controle in het kader van de Wet verbod pelsdierhouderij? Volgens de RUD is dat de landelijke overheid, c.q. het ministerie van EZ. Staatssecretaris Van Dam is verantwoordelijk voor het toezicht, geregeld via de NVWA. De RUD kan vanuit haar positie de beschikbare gegevens controleren en aankloppen bij de NVWA. GroenLinks acht deze signaleringsfunctie van de RUD van groot belang en biedt aan samen te werken om te komen tot een verbeterd toezicht. Mochten er signalen zijn dat dingen niet goed gaan, dan achten wij het niet ondenkbaar dat de NVWA hogere prioriteit geeft aan deze sector. Maar dan moet het wel worden aangekaart.

Op dit moment blijkt het contact tussen RUD en NVWA minimaal; RUD zegt toe de lijntjes die er zijn te zullen intensiveren. Daarbij wordt de vraag meegenomen of de nertsensector überhaupt de aandacht heeft. Heeft dit geen prioriteit, dan constateren we dat de Wvp een wassen neus is.

De vragen die GroenLinks op dit moment heeft en waarvan de RUD heeft toegezegd  er mee aan de slag te gaan:

  • Verheldering wie wat doet en waarvoor verantwoordelijk is.
  • Wat is er exact vergund bij de nertsenfokker in Stavenisse, en hoeveel dieren zijn er werkelijk aanwezig?
  • Signalering en afstemming met andere diensten wordt op prijs gesteld, evenals terugkoppeling naar GroenLinks. Wij van onze kant kijken hoe we de RUD kunnen helpen en gebruiken de input om omstandigheden te verbeteren (de eventuele gaten dichten).
  • Hoeveel nertsenfarms zijn er in Zeeland, en hoe staat met het de handhaving van deze bedrijven?

Wordt vervolgd, de nertsenfokkerij blijft onze aandacht houden. Dat is hard nodig volgens GroenLinks; de omstandigheden waarin deze dieren leven zijn vreselijk en anno 2017 erg ongewenst.