In de afgelopen Statenvergadering (14 mrt.) werd deze motie teruggenomen, omdat in de beantwoording door de gedeputeerde gewag werd gemaakt van overleg dat plaats had moeten vinden met Waterschap Scheldestromen. Dit zorgde mogelijk voor verwarring, vandaar een aangepaste motie van GroenLinks en D66. Ook deze motie is een oproep aan de Tweede Kamer om de Waterschapswet te wijzigen op dit punt van de algemene democratie.

Toelichting bij motie modernisering waterschapsbestuur

Evenals het IPO vindt GroenLinks dat de waterschapstaken ondergebracht moeten worden bij de provincie. Maar zolang er nog waterschappen zijn, moet er wel sprake zijn van een evenredige vertegenwoordiging in het bestuur.

Inleiding

Het Reglement voor het Waterschap Scheldestromen bepaalt in artikel 6 de omvang van het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur bestaat uit 30 leden, waarvan: 21 leden die de categorie ingezetenen (= burgers) vertegenwoordigen; 4 leden die de categorie ongebouwd vertegenwoordigen; 1 lid dat de categorie natuurterreinen vertegenwoordigt en 4 leden die de categorie bedrijven vertegenwoordigen. De categorieën ongebouwd (landbouw c.a.), natuurterreinen en bedrijven zijn de zgn. geborgde zetels. Zij worden niet gekozen maar rechtstreeks benoemd door hun organisatie (ZLTO, Bosschap en KvK). In totaal zijn dit 9 zetels. Dat wil zeggen dat bijna ⅓ van het waterschapsbestuur niet gekozen wordt. Een historisch relict dat stamt uit de tijd van de bekende trits ‘belang-betaling-zeggenschap’.

Burger  ondervertegenwoordigd

Het onderzoeksinstituut Coelo uit Groningen deed recentelijk op verzoek van Nieuwsuur onderzoek naar de verdeling van de waterschapsbelasting*. De rekening voor de waterschappen komt steeds meer op het bordje van de burger te liggen. Dit blijkt uit berekeningen van het onderzoeksinstituut. Van de lasten wordt 90 procent betaald door de burgers, een heel klein deel door bedrijven en 10 procent door de boeren. Conclusie moet zijn dat de verhoudingen in zetelaantallen behoorlijk uit de pas zijn gaan lopen in relatie tot de lasten. Ook is het een bekend gegeven dat waterschappen vechten voor hun bestaan. Zij willen koste wat kost blijven bestaan als vierde bestuurslaag. Dit doen zij door taken toe te voegen aan de oorspronkelijke opdracht: droge voeten in de polder. Genoemd kunnen onder meer worden: het zuiveren van afvalwater; het stedelijk waterbeheer;  dijkverbetering en –aanleg (bezuiniging rijk € 200 mln.) en specifiek voor Zeeland het wegbeheer. Op die manier zijn veel publieke taken oneigenlijk toegevoegd aan de waterschappen. Dit ging ten koste van de algemene democratie. Edoch de rekening wordt gezonden aan de burger. Onder meer werd de zgn. rijksbezuiniging via de waterschappen in rekening gebracht bij de burgers. Conclusie moet zijn dat de verhouding gekozen / geborgde zetels significant uit de pas is gaan lopen. Bovendien zijn alle belangen inmiddels vertegenwoordigd bij de categorie ingezetenen.

Reden voor de GroenLinks Statenfractie de navolgende motie in te dienen.

* http://nieuwsuur.nl/onderwerp/608569-burger-krijgt-rekening-waterschapp…

Motie modernisering waterschapsbestuur

Provinciale Staten, in vergadering bijeen op 25 april 2014;

gelet op:

•    de onevenredige - door tijd en democratisch besef - achterhaalde samenstelling van het algemeen bestuur van de waterschappen in Nederland;

•    de uitkomsten van het Coelo-onderzoek waaruit blijkt dat burgers 90% van de waterschapslasten betalen;

overwegende dat:

•    de trits belang-betaling-zeggenschap uit de wet is geschrapt en ook reeds lang in de praktijk niet meer bestaat;

•    de kosten voor het watersysteembeheer onevenredig uit de pas zijn gaan lopen in vergelijking tot de financiële opbrengst van een gebied en het belang van geborgde zetels niet meer is te verdedigen;

•    dit zich niet heeft vertaald in de drie democratische EU-beginselen: democratische gelijkheid, representatieve democratie en participatieve democratie en daarmee in strijd is met het verdrag van Lissabon;

•    burgers inmiddels 90% van de waterschapslasten betalen en slechts voor 60% in het waterschapsbestuur vertegenwoordigd zijn;

•    benoemde bestuurders (de zgn. geborgde zetels) in strijd zijn met het principe van democratische gelijkheid i.c. het verdrag van Lissabon;

•    het ook voor de waterschappen meer dan gewenst is zich anno 2014 te richten op genoemd verdrag;

wetende dat:

•    er politiek verschillend wordt gedacht over het bestaansrecht van de waterschappen, maar de democratisering van het waterschapsbestuur niet mag wachten op eventuele ontwikkelingen in deze;

roepen de Tweede Kamer op:

•    de Waterschapswet zo mogelijk nog voor de waterschapsverkiezingen van 2015 aan te passen en de algemene besturen van de waterschappen samen te stellen uitsluitend uit vertegenwoordigers van de algemene democratie;

besluiten:

•    deze motie te sturen aan de leden van de Eerste en Tweede Kamer, het kabinet en het IPO;

en gaan over tot de orde van de dag.