In PS van 29 september heeft Gerwi Temmink namens de fractie daarom aangegeven dat we zoeken naar meer openheid en transparantie gedurende het hele proces van een groot project. De ervaring leert dat Grote Projecten lang duren en dat het daarom nuttig is dat tussentijdse ervaringen vanuit andere opgaven/projecten desgewenst meegenomen moeten kunnen worden in zo’n groot project. Wij willen geen afvinkcultuur achteraf. Hieronder kunt u het betoog van Gerwi lezen.
---------------------------------
Voorzitter,
In de commissie bestuur heb ik namens de fractie van PvdA-GroenLinks gezegd dat wij de 2 jaarlijkse evaluatie van het handboek Grote Projecten op prijs stellen. En ook dat we voor een groot deel tevreden zijn met de opbrengst van de laatste evaluatie die geleid heeft tot de herziening van het handboek zoals die thans aan de orde is.
Het is concreter en transparanter geworden. Bovendien wordt de rol van PS duidelijker. Met name daar waar vastgelegd is wanneer zij besluit over de go of no go momenten bij de diverse fasen of evt. scopewisselingen. Met de aangescherpte teksten over of een project groot wordt of juist niet – in het grijze gebied van 18 tot 21 punten – kunnen wij prima leven omdat e.e.a. dan terugkomt bij PS.
Het enige punt waar de fractie van PvdA-GroenLinks mee blijft zitten is hoe tussentijds mogelijkheden opengehouden kunnen worden voor een flexibele inpassing. Van ervaringen en effecten, ontstaan uit bv. andere grote maatschappelijke opgaven en/of projecten. Nu wordt de optie om te zoeken naar samenhang en koppelkansen alleen beschreven in de eerste fase, bij de oriëntatie.
Onze fractie begrijpt dat het project daarna opgeknipt wordt in fasen; van definitie en ontwerp via voorbereiden naar uitvoeren en evalueren. De ervaring leert echter dat Grote Projecten lang duren en dat het daarom nuttig is dat tussentijdse ervaringen vanuit andere opgaven/projecten desgewenst meegenomen moeten kunnen worden in zo’n groot project. Enkele VRAGEN hieromtrent aan GS:
Kan GS zich herkennen in deze constatering, m.a.w. kan GS voorbeelden geven waarin zij zichzelf ook belemmerd voelde door de strakke programmering vanuit de richtlijnen van het handboek (lees die volgens het proces van Integraal Project Management)?
Vindt GS dat er voldoende ruimte zit om dat lerend vermogen van en met elkaar in te bedden op de thans voorliggende wijze? Graag met een toelichting waarom wel of niet.
GS geeft aan geen belemmeringen te voelen in de werkwijze conform ‘t handboek omdat daar genoeg bijstelmomenten in zouden zitten; wil wel vaker in overleg met PS over toepassing lerend vermogen.
De fractie van PvdA-GroenLinks zoekt naar meer openheid en transparantie om dit soort kansen te benutten. Wij willen geen afvinkcultuur achteraf, hoe belangrijk en prettig het ook is dat we elk kwartaal een rapportage ontvangen over de stand van zaken. Wij willen tevens graag aan de voorkant meedenken met dit soort kansen en inzicht verkrijgen in waarom die wel of niet benut worden.
Ons inziens zou zo’n insteek prima passen bij de conclusie en aanbevelingen uit het onlangs gepresenteerde Rekenkamerrapport met de rode draden, voortgekomen uit hun onderzoeken van de laatste 4 jaren. De kaderstellende rol van PS kan beter ingevuld worden en leerafspraken worden niet aan de voorkant geregeld. De Rekenmaker beveelt aan dit z.s.m. op te pakken, GS en PS samen.
VRAAG: Hoe kijkt GS aan tegen deze aanbevelingen? En ziet GS eveneens mogelijkheden het lerende vermogen van en met elkaar op de hierboven gestelde manier toe te gaan passen bij o.a. Grote Projecten?
GS wil nu nog niet reageren op dat Rekenkamerrapport omdat dit nog niet officieel is vastgesteld.
Bovendien zou zo’n opstelling naadloos aansluiten bij de constatering van het proefschrift van Rik Braams (1989) van 19 september jl. Namelijk dat PS anders moeten gaan controleren en koersen! Meer koersend en lerend door tussendoor te sturen i.p.v. vooraf kaders stellen en achteraf te evalueren. Dit rapport werd 19 september jl. door de Rijksoverheid gepresenteerd – over de transformatieve overheid – en zend ik u desgewenst graag toe.
GS – en ook andere partijen – gaven aan dit proefschrift niet te kennen; op verzoek heeft onze fractie er daarom voor gezorgd dat alle fracties en GS kunnen beschikken over dat document.
Tot zover onze 1e termijn voorzitter. Afhankelijk van de reacties overwegen we wellicht of we in de 2e termijn nog met een motie zullen komen.
De discussie gehoord hebbende en ook de toezegging van GS open te staan voor een overleg met PS om het lerend vermogen in breder verband te betrekken heeft de fractie voor dit voorstel gestemd