Nu de Waterwet binnenkort in de Tweede Kamer wordt behandeld, kan er een principiëlediscussie plaatsvinden over het bestaansrecht van de waterschappen. Een bijdrage van Leen en Marten.
In 'Het Waterschap' van oktober jl. lucht Rein van der Kluit zijn hart over het partijprogramma van de PvdA. Foei toch hoe durven ze, zomaar de waterschappen opheffen? Wij zouden het met van der Kluit eens kunnen zijn dat het wat ongenuanceerd verwoord is in het PvdA-programma. Zijn opvatting dat in menig conceptprogramma heel wat zinvolle dingen worden bepleit moet kennelijk tot de conclusie leiden dat de overige partijen de waterschappen alleen maar koesteren. Dat is een pijnlijke vergissing. CDA Kamerlid Eddy van Hijum geeft in het zelfde blad een schot voor de boeg, al weet je het met het CDA maar nooit. Voor die partij is weliswaar het bestaansrecht van de waterschappen onomstreden, maar de bestuurs- en financieringsstructuur moet vernieuwd worden. Hij wil af van �dat gedoe' , overigens inmiddels een typische CDA-term. Het is triest dat de (Unie van) Waterschappen vanaf het eerste moment van de KaderRichtlijn Water (KRW) gevochten heeft voor het eigen bestaansrecht zonder om te zien naar het echte belang van de KRW c.q. de stroomgebiedbenadering. In Het Waterschap 1998 23-24 zegt Havekes het al: "De Unie van Waterschappen heeft hiervoor van meet af aan aandacht gevraagd bij de staatssecretaris," Havekes concludeert dat: "de bestuurlijke organisatie.... het resultaat is van historische, culturele en sociale ontwikkelingen�.". Dus dan is het goed. Deze wetenschappelijk niet onderbouwde stelling neigt eerder naar de VOC mentaliteit dan naar het goed bestuurlijk omgaan met water op stroomgebiedniveau. IBO-voorzitter prof. drs. M.H. Meijerink deed dat wel: "Over het gewenste besturingsconcept wordt zodanig verschillend gedacht dat een constructief gesprek over de bekostiging heel moeilijk is. De huidige financieringsstructuren van het waterbeheer kenmerken zich door complexiteit en beperkte transparantie. In totaal belopen de perceptiekosten circa € 230 mln per jaar. Het zicht op de doelmatigheid van de uitvoering van het waterbeheer ontbreekt." Ook prof. Van Hall heeft een soortgelijk oordeel: "De trits belang, betaling, zeggenschap is nog slechts een fictie. Een historisch relict / overblijfsel." Van Hall wil van dit "klemmende korset" af want: "dit speelt zeker in de bekostiging nauwelijks een rol. Het stelsel hangt van ficties aan elkaar." Die keiharde kritiek is door het kabinet Balkenende bij de vaststelling van het NBW op voorhand afgedaan als �niet ter zake doende'. De behandeling van de Waterwet in de Tweede Kamer is een nieuwe kans om het waterbeheer in Nederland ook bestuurlijk op KRW-niveau te brengen. Bovendien past dit heel goed in het streven de bestuurlijke drukte in Nederland te verminderen. In het rapport �Je gaat er over of niet' worden aanbevelingen gedaan om te voorkomen dat meerdere bestuurslagen en teveel bestuurders zich met dezelfde vraagstukken bezighouden. Dat is bij uitstek het geval bij de uitwerking van de KRW door de rijksoverheid, 12 provincies, 467 gemeenten en 26 waterschappen. En beste Rein, in het GroenLinks verkiezingsprogramma staat daarover: "Bestuurlijke drukte veroorzaakt door allerlei bestuurlijke tussenlagen en deelvormen wordt afgeschaft. De taak van waterschappen wordt overgenomen door andere overheden." De waterschappen worden gekenmerkt als uitvoeringsgerichte organisaties met een hoge mate van taakgebonden deskundigheid, effectiviteit en betrouwbaarheid. De omgeving schrijft een stevige mate van conservatisme toe aan de waterschappen, de strategische visie wordt vaak gemist en (bestuurlijke) initiatieven moeten vaak van buiten komen . De uitvoeringsgerichte organisatie (de ambtenaren) kan het goede werk blijven doen, maar de arena er omheen is te duur, te onzichtbaar en te lobbyistisch. De Statenfractie GroenLinks Zeeland wenst geen waterschap meer, maar een beter-schap, onder de hoede van provincies. De zuiveringsinstallaties kunnen geprivatiseerd worden naar de nutsbedrijven. Ook dat levert nog eens gigantisch veel efficiency-euro's op! De aanbevelingen in het IBO-rapport kunnen overgenomen worden bij de behandeling van de Waterwet in de Tweede Kamer. Eindelijk kan Nederland dan verlost worden "van dat gedoe met allerlei stembiljetten voor diverse categorieën kiezers" aldus Eddy van Hijum. Mocht dat niet gebeuren, dan dreigt water inderdaad de olie van de 21e eeuw te worden . Wij weten inmiddels heel goed, waar de honger naar olie toe kan leiden / lijden! Leen Harpe en Marten Wiersma Statenleden GroenLinks Zeeland.