Het artikel van de heer Van den Brandhof in Binnenlands Bestuur van 1 mei jl. behoeft tenminste enige nuancering. Zonder onderbouwing worden stellingen geponeerd, die pleiten voor het in stand houden van de belangenverstrengelende waterschapsorganisatie.

In 1987 wordt de ontwerp-Waterschapswet bij de Tweede Kamer ingediend. Onder het motto: ‘iedere Nederlander heeft belang bij de taken van het waterschap’ gaan in 1995 ook ‘ingezetenen’ belasting betalen. Heel Nederland heeft nu zeker in financiële zin met het waterschap te maken. De vraag blijft of stedelijke gebieden een waterstaatkundig belang hebben bij de taken van het waterschap. In de jaren ‘90 ontstond er een discussie over het financiële draagvlak van de waterschappen. Uit economische overwegingen is vervolgens gekozen voor uitbreiding van het gereglementeerde gebied in onder andere de provincie Gelderland. Provinciebestuurders konden de burgers niet duidelijk maken, waarom de droge en hooggelegen Veluwe opeens polderschapslasten moest gaan betalen.

Toenmalig CDA-gedeputeerde Te Bokkel laveerde het voorstel handig door de staten om vervolgens zelf de dijkgrafelijke zetel van uiteindelijk het waterschap Veluwe te bestijgen. Te Bokkel heeft meegewerkt aan de totstandkoming van twee nieuwe waterschappen in de Vallei en op de Veluwe. De dijkgraven van destijds de waterschappen Oost-Veluwe en Noordwest-Veluwe moesten aan een dijkgrafelijk baantje worden geholpen, vandaar!

Van den Brandhof is ‘gewoon’ per definitie tegen het opheffen van de waterschappen. Maar er is geen vierde bestuurslaag nodig voor het uitvoeren van de regionale waterbeheerstaken. Hiermee wordt de ‘bestuurlijke drukte' tegengegaan en dat wil de ChristenUnie ook! Bovendien wordt hiermee jaarlijks circa vierhonderd miljoen euro bespaard.

Ronduit misplaatst is zijn opmerking dat: “de burger uiteindelijk de rekening moet betalen”. Het zijn in de jaren ‘90 de waterschappen geweest die burgers in steden en dorpen onnodig de rekening hebben gestuurd. Dat geld kan nu eindelijk terug!

Waterschappen hebben eertijds goed werk gedaan, chapeau! Het dreigement dat waterschappen als historisch relict moeten blijven bestaan omdat de wateropgave anders speelbal dreigt te worden van politiek noodzakelijk geachte bezuinigingen is een bekend waterschapsgeluid. Zou dat kloppen dan hebben wij voor de gezondheidszorg behoefte aan een ‘Beterschap’ voor eertijds de staatskerk een ‘Heerschap’ en voor de natuurorganisaties een ‘Rentmeesterschap’.

Leen Harpe



In de BIJLAGE vindt u het artikel uit Binnenlands Bestuur