De Statenvergadering van vrijdag 29 juni stond in het teken van de kadernota Natuurwetgeving. GroenLinks heeft diverse amendementen ingediend en een aantal andere ondersteund. Onze nota om voor iedere boom die gekapt of gerooid wordt, er een terug te plaatsen, haalde het net niet. 7 partijen stemden voor en 5 tegen. Hieronder Gerwi's betoog.
Voorzitter,
Zonder natuur geen leven. Jaq. P. Thijsse wist het eind 19e eeuw al. Zijn beroemd geworden Verkade-Albums waren mijn eerste natuurgidsen. Ik leerde er veel van, meer nog dan van de lessen op school.
Het lijkt wel of Jaq. P. Thijsse’s bevlogenheid ten grondslag heeft gelegen aan de kadernota natuurwetgeving zoals die thans voor ons ligt. Een helder stuk waarin het belang van de natuur voor Zeeland naar voren komt. En waarin wat te kiezen valt. Liefst 26 keer. Goed dat de opstellers gelegenheid hebben geboden aan burgers en andere belanghebbende partijen om mee te denken. Complimenten vanuit mijn fractie voor de totstandkoming van deze kadernota.
Voor een groot deel kan de fractie van GroenLinks zich aansluiten bij wat hierover al is ingebracht door o.a. PvdA, D66 en SP. Ik wil hier inzoomen op 3 onderdelen, te weten het hoofddoel van de nota, de keuze tussen vrijstelling of ontheffing en de bomen.
De samenhang met andere beleidsterreinen wordt aangestipt. Zo zal het Zeeuwse beleid voortvloeiend uit deze natuurwetgeving straks een belangrijke bouwsteen vormen voor de omgevingsvisie. En de omgevingswet. Net als de natuurvisie, de Oosterscheldevisie enz. Voor GroenLinks gaat het daarbij vooral om de balans tussen economie en ecologie. Op korte en lange termijn.
Voorzitter, dat die balans vooral naar de groene zijden moet (gaan) overhellen mag geen verrassing heten. Het amendement dat ik zo indien m.b.t. keuze 5 is daar een voorbeeld van (geen vliegbewegingen onder de 300 m. in of in de nabijheid van erkende natuurgebieden). Het groene belang niet alleen op papier bepleiten dus. Maar ook in ons handelen. Richting andere partners, maar ook in eigen huis. Zo juicht GroenLinks het toe dat een van de hoofddoelen van de natuurwetgeving zo helder is verwoord in deze kadernota: volop inzetten op behoud en verbreding van de biodiversiteit. Zeker daar waar het gaat om specifieke Zeeuwse soorten flora en fauna. Dat is niet alleen van belang voor de natuur. Ook voor de leefbaarheid, landbouw en het toerisme bijvoorbeeld. Natuurinclusief denken door alle geledingen dus.
Ambities in deze mogen, nee moeten voor GroenLinks, groot zijn! Daar horen voldoende middelen bij. Daarom zijn wij mede-indiener van een amendement van PvdA e.a. die daarop aanstuurt.
Dat brengt me bij een serie amendementen die GroenLinks zo dadelijk wil gaan indienen ter aanscherping van deze kadernota. Op datgene waar iedereen het over eens blijkt, heeft amenderen weinig kans. Dat mag zo lijken, maar als fractie houden we onze eigen verantwoordelijkheid. Daarom wijken wij hiervan niet alleen bij keuze 1 af – grote ambities in biodiversiteit vereist substantieel meer middelen – maar ook bij 14: trekkende ganzen.
Onze andere amendementen gaan in op thema’s waarover ook in het veld discussie bestaat. Ik zal ze hier niet een voor een behandelen. Wel benadruk ik dat GroenLinks voorstander is van natuurwetgeving op maat. In de kadernota wordt ook vaak gepleit voor maatwerk. Dat brengt me bij het tweede punt. In de nota staat dat alternatieve wijzen van bestrijden nog lang niet overal optimaal gebruikt worden. Inzetten op zoveel mogelijk vrijstellingen staat daar haaks op in de ogen van GroenLinks. Bovendien tonen huidige instandhoudingslijsten aan dat er in 5 jaar met een soort veel kan gebeuren.
Landbouw en natuur, maar ook het welzijn van mens en dier vragen om maatwerk. Daarom wil GroenLinks scherpe kaders stellen en pleiten voor echt maatwerk per soort en gebied. Zoveel mogelijk via alternatieve bestrijdingswijzen middels uitgewerkte beheerplannen. En als het echt niet anders kan bejagen alleen toestaan na een ontheffing. Onze amendementen met betrekking tot keuze 11, 14, 15, 17, 18 en 21 zijn van deze strekking voor respectievelijk natuurbescherming, ganzen, damherten, vossen en verwilderde dieren.
Wat de inbreng van partijen uit de liberale en christelijke vleugel betreft rond de framing van “autobezitters kun je toch niet laten betalen voor schade aangebracht door o.a. vossen” zou ik willen inbrengen dat zij er destijds geen enkele moeite mee hadden dat natuurliefhebbers dienden mee te betalen aan de miljoenen extra kosten voor de Sloeweg, ook al maken ze daar geen gebruik van. Naar aanleiding van de beraadslagingen om de vos krampachtig te weren van Schouwen-Duiveland stelt de fractie van GroenLinks dat dit geen doel op zich moet zijn. Ook hier maatwerk graag.
(In 2e termijn heeft GroenLinks daarom haar motie ingetrokken en is zij meegegaan met die van PvdA; helaas onvoldoende steun).
Voorzitter, dan resteren nog de bomen. GroenLinks ontvangt veel reacties van verontruste Zeeuwen omdat bij die mensen in de buurt alsmaar meer bomen gekapt worden. Iets wat in 40 jaar is gegroeid tot een landschapselement wordt in 5 minuten geveld. Het besef dat het weer jaren duurt voordat er iets fatsoenlijks terug staat ontbreekt vaak. Redeneringen als dat kruinen beter gedijen bij 10 of zelfs 12 meter onderlinge afstand, zijn in onze ogen gekunsteld. Want dat hangt van soorten, bodem en zoveel meer af. Bovendien wordt dan voorbijgegaan aan het feit dat bomen veel meer betekenis hebben dan alleen een landschapsbepalend beeldelement. Wat te denken van de biodiversiteit per boom? En de opslag van CO2 om er slechts 2 te noemen. Daarop bepleit mijn fractie vurig bij keuze 22 voor variant 22.2, namelijk minimaal voor elke gekapte of gerooide boom een boom terug. (Uitkomst stemming: getalsmatig net niet gehaald: 7 partijen voor, 5 tegen).
Niet voor niets stelde Jac. P. Thijsse immers al: zonder natuur geen leven. Tot zover mijn 1e termijn.
Hoewel onze amendementen het niet gehaald hebben, heeft GroenLinks wel ingestemd met de kadernota. Omdat de grote lijnen helder zijn en er bovendien toezeggingen gedaan zijn vanuit GS die GroenLinks doen uitzien naar de definitieve beleidsnota. Aan het eind van 2018 zal GroenLinks die kritisch beoordelen.