In vervolg op de uitspraak van de kort gedingrechter van de rechtbank Arnhem van 10 juli 2009 heeft het hof Arnhem Essent in hoger beroep geboden zich te onthouden van (medewerking aan) handelingen die het gevolg hebben dat de aandelen die Essent houdt in de kerncentrale Borssele in handen komen van een vennootschap waarvan de aandelen niet gehouden worden door een publiekrechtelijk lichaam. Lees verderop de reactie daarop van onze fractievoorzitter.

De rechter besliste vorige week dat kernenergie niet bij particuliere bedrijven thuishoort. Dat is een beslissing die past binnen de maatschappelijke opvattingen over taak en functie van de overheid. De risico’s van kernenergie zijn immers zo verstrekkend dat een commercieel bedrijf die niet kan overzien. Als zelfs de grootste banken van de ene op de andere dag omvallen, wat dan te denken van industriële bedrijven?

De langlopende risico’s gaan niet alleen over bedrijfsvoering en afvalvraagstukken, maar ook over ontmanteling. Als een kerncentrale een bedrijfstijd heeft van pakweg 50 jaar, dan moet daar nog een vergelijkbare periode aan worden vastgeplakt voor ‘afkoelen’ en ontmanteling. En dat kost -prijspeil 2010 - zeker een half miljard euro. Met andere woorden: zulke risico’s kunnen niet aan de commercie worden overgelaten. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor een evt. tweede kerncentrale Borssele.

Dat is goed nieuws, omdat de overheid zich nu weer kan richten op energiebeleid. En wat nodig is om de door iedereen nodig geachte transitie naar duurzaam te bereiken. En daarvoor hebben we géén kernenergie nodig. Dat is te duur, zie o.a het rapport (febr. 2010) van de Amerikaanse Citybank: ‘New Nuclear – The Economics Say No’, we kunnen ons (transitie)geld wel beter besteden. En we hebben flexibel vermogen nodig om de decentrale opwek (zonnepanelen, vergisters, micro warmte-kracht) én de grootschalige wind op zee (beoogd 6000 Mw) in het net te kunnen inpassen. Kernenergie levert basislast en zal dan duurzaam van het net drukken.

Kortom: een verstandige reactie van de rechter die de energiewereld opdraagt om weer aandacht te gaan geven aan de echte energievragen en de overheid weer centraal plaatst in het beheersen van risico’s én de leiding geeft in energietransitiebeleid.

Leen Harpe, fractievoorzitter GroenLinks Zeeland