Op basis van het coalitieakkoord is 1,2 miljoen beschikbaar voor knelpunten openbaar vervoer. GS stellen voor € 691.000 beschikbaar te stellen voor structurele investeringen in bushalten, ketenmobiliteit en het in stand houden van buurtbusverenigingen. Lees hier het Statenvoorstel.

Voor GroenLinks is het niet alleen van belang dat knelpunten in de dienstregeling worden weggewerkt, maar dat ook de toegankelijkheid wordt vergroot. De bijdrage van Gerwi Temmink:

Voorzitter,

’Busje komt zo’, dat is wat menig jongere of iets minder jongere hoopt als hij/zij ergens vanuit Zeeland met het openbaar vervoer op weg moet naar school, werk, familie, ziekenhuis of welke bestemming dan ook. De bus – en ook trein of boot – laat helaas nog wel eens op zich wachten. Het aantal klachten daarover is toegenomen.

Kan de gedeputeerde aangeven hoe hij van plan is het aantal klachten te verlagen?

GroenLinks heeft bij de behandeling van het fietsvoetveer / de Westerscheldeferry en de behandeling van de begroting al aangegeven dat openbaar vervoer voor ons een belangrijk punt is, en dat wij daarin willen investeren. Daarom zijn we blij met de knelpuntenregeling voor het openbaar vervoer. Liever hadden we dat de regeling niet nodig was.

Vandaag beperken we ons tot knelpunten bij de busdiensten en buurtbussen. Trein en haltetaxi’s volgen later. Voor GroenLinks is het niet alleen van belang dat knelpunten in de dienstregeling worden weggewerkt, maar dat ook de toegankelijkheid wordt vergroot. Met name voor mensen met een beperking. In de commissie Ruimte van 25 november jl. overtuigden ervaringsdeskundigen ons hoe moeilijk het voor deze doelgroep is om ‘gewoon’ gebruik te maken van het openbaar vervoer. Eigenlijk zijn het ware overlevingstochten. Dat moeten wij niet willen.

Daarom heeft GroenLinks met name gepleit dat die toegankelijkheid juist voor hen goed geregeld wordt. Zij zouden met hun praktische inbreng zelf aan tafel moeten zitten wanneer er binnenkort over oplossingen gesproken wordt. Dat Zeeland een inhaalslag dient te maken t.o.v. de landelijk vastgestelde doelstelling, is voor ons overduidelijk: 40% van de haltes moet toegankelijk zijn i.p.v. de 16% nu. Hier geldt wat GroenLinks betreft niet de vraaggerichte wijze van aanpak waarover de gedeputeerde het had, maar de landelijke richtlijn als vertrekpunt.

Is de gedeputeerde bereid t.b.v. deze doelgroep die landelijke richtlijn als uitgangspunt te nemen i.p.v. alleen de vraaggerichte aanpak? Juist daarom zijn wij extra benieuwd wat hij vindt van een tweetal moties omtrent dit thema.

Want voorzitter, tot slot meld ik dat GroenLinks mede-indiener is van een motie van CU en een van PvdA, waarmee we een en ander willen realiseren en bekostigen. Opdat iemand met een beperking kan zeggen: ’busje komt zo’, en ik kan lekker mee!’  

 

Conclusie

Het Statenvoorstel wordt aangenomen,

Motie 'Toegankelijk Zeeland': negen partijen, waaronder GroenLinks, dienen een motie in met de strekking:

'Uitgaande van het Verdrag inzake de rechten van personen met eenhandicap, te inventariseren op welke wijze de Provincie Zeeland deze rechten reeds heeft geborgd, en o.b.v. deze inventarisatie aan te geven welke rechten nog moeten worden geborgd, o.a. op het gebied van treinstations, bushaltes en websites, en daarbij relevante cliënten(organisaties) intensief te betrekken.'

De motie wordt aangenomen.