Voorzitter,

Laten we onze bijdrage beginnen met een woord van dank. In de afgelopen maand zijn wij als fractie op bezoek gegaan bij verschillende culturele instellingen in Zeeland. We zijn met open armen ontvangen in musea, kerken, molens, bij vrijwilligers en professionals. We hebben gesproken met archeologen, historici, kunstenaars, musici en onze collega’s in de gemeenteraden. Dank aan een ieder die ons input heeft gegeven over de Zeeuwse cultuur. Uit die rondgang blijkt dat cultuur in Zeeland leeft en een breed begrip is. Wel verstaan Zeeuwen heel andere dingen onder het woord cultuur. Jongeren noemen bijvoorbeeld moderne kunst, festivals, muziek en zo af en toe de Zeeuwse taal.

Met veel interesse hebben we als PvdA-GL de stukken van het provinciebestuur over cultuur gelezen. We waren er ook bij toen GS op de informatiebijeenkomst uiteenzette hoe GS de Zeeuwse cultuur de komende jaren voor zich ziet. Het is bekend dat in de periode van 2011 tot en met 2023 oud-gedeputeerden Ben de Reu en Anita Pijpelink cultuur in hun portefeuille hadden. Zij zijn samen met de sector een verandering gestart, die het huidige college voortzet. De komst van 5 centrale themamusea, die de kleine Zeeuwse musea ondersteunen, de Cultuurbus en een centrale plaats voor cultureel erfgoed komen uit de koker van voorgaande colleges en worden door het huidige college op goede wijze voortgezet én zelfs versterkt. Complimenten hiervoor. Als fractie zijn we bijvoorbeeld erg blij voor de financiële middelen die voor jongerencultuur beschikbaar zijn gesteld. En de extra ondersteuning voor de Cultuurbus laat extra schoolklassen afreizen naar Zeeuwse culturele instellingen. Dit wordt vanuit onze fractie, vanuit de culturele en onderwijssector enorm gewaardeerd. Het is belangrijk ook, omdat jongeren op jonge leeftijd kennis kunnen maken met het mooie wat cultuur te bieden heeft.

Over de inzet voor Zeeland als culturele hoofdstad in 2033 verschillen we van mening. Wij zien nog steeds kansen voor een zelfstandig bid vanuit Zeeland voor 2033. Het zou de Zeeuwse cultuursector een enorme boost geven en voor de lange termijn Zeeland als cultuurplaats verder op de kaart zetten. We begrijpen dat de inzet van het provinciebestuur nu ligt om aan te sluiten bij het bid van Gent voor 2030. Bij de Cultuurdag hebben de aanwezigen ook over 2030 gesproken. Het was goed en inspirerend om daarbij te zijn. We delen graag complimenten uit voor de organisatie van deze dag. Goed georganiseerd, heldere thema’s en er werd zelfs gezongen. Ook veel jongeren toonden zich betrokken bij de eindpresentaties. Waarover zometeen meer.

GS gaat nu de tijd nemen om deze cultuurvisie uit te werken en in 2025 de knoop door te hakken wie wel en wie geen subsidie krijgt. Wij vinden dit spannend, net als de culturele organisaties. Zonder provinciale steun dreigen sommige culturele organisaties om te vallen. Wat ons betreft neemt GS de tijd voor een zorgvuldige afweging. Wij willen meegeven dat als GS meer geld aan cultuur wil besteden, dat wij zonder aarzelen een voorstel doen bij de begroting voor een grotere cultuurpot om te verdelen, waardoor we de Zeeuwse cultuursector op peil houden en waar mogelijk kunnen verbeteren.

Bij het ontwikkelen van de concrete invulling voor de Zeeuwse cultuurjaren 2025-2032 willen we wel een aantal punten meegeven en vragen stellen. We lopen ze per thema langs. 

Als eerste zien we cultuur ook in een breder perspectief. Cultuur zwengelt de economie aan, zorgt voor een beter vestigingsklimaat en laat gemeenschappen samenkomen. Cultuur kan voor kruisbestuiving zorgen en samenwerken met andere sectoren, zoals de genoemde economie, de leefbaarheid in de kernen versterken, sport, natuur, toerisme en educatie. Is GS voornemens om cultuur te gebruiken en in te zetten op dat bredere perspectief, waarin de culturele sector een vliegwieleffect heeft voor andere voor Zeeland belangrijke sectoren? Ja. Is voor de uitwerking.

Ten tweede delen de SGP, wij en andere fracties al jaren een brede belangstelling voor de ontwikkeling van cultureel erfgoed in Zeeland. Wij willen echt inzetten op een provinciaal breed gedragen Kerkenvisie. 12 gemeentelijke kerkenvisies zijn af, alleen die van Middelburg mist nog. Vier vragen over cultureel erfgoed:

1. Wil GS toezeggen op korte termijn met wethouder Smit van Middelburg in overleg te gaan om de Middelburgse kerkenvisie snel te laten ontwikkelen?

2. De Zeeuwse kerkenvisie heeft voor ons tot doel om Zeeuws breed inzichtelijk te maken wat speelt bij de Zeeuwse kerken en vooral een plan te maken voor behoud, op allerlei manieren, van deze historische gebouwen. Deelt GS deze inzet en zo ja, welk tijdspad ligt voor ons?

3. Als het gaat over molens, daar heeft GS belangrijkste stappen gezet met subsidieverlening, molenaarsopleidingen, welke stappen ziet GS nog als nodig om ook de toekomst van de bijna 80 Zeeuwse molens te verzekeren voor de komende decennia?

4. Cultureel erfgoed zien wij ook als sporterfgoed. Zeeland heeft vele beroemde en bekende sporters, in de voetbal, het wielrennen, het paardrijden, de atletiek en de korfbal. Heeft GS plannen om voor deze Zeeuwse sportcultuur ook ruimte te maken in het Zeeuwse erfgoed?

 

Ten derde krijgen we van jongeren steeds vaker terug dat ze een paar dingen nodig hebben, maar moeilijk kunnen krijgen. Dit raakt ook de opzet van de provinciale subsidies. Ideaal gezien hebben jongeren tijd, plaats en een beetje geld nodig om met hun hobby bezig te zijn. De tijd maken ze zelf, vaak vele uren. Voor een plaats denken ze aan broedplaatsen, verspreid over de provincie, waarbij de jonge kunstenaars rustig kunnen werken aan kunstprojecten.

Vraag 1. Hoe kijkt GS aan tegen deze broedplaatsen?

Vraag 2. De jongeren geven aan dat ze een beperkt budget nodig hebben voor een project, bijvoorbeeld 1000 euro. Maar de provinciale verordening laat dit niet toe, want er moet een groot bedrag worden aangevraagd voor het toekennen van een projectsubsidie. Bijvoorbeeld een jonge kunstenaar heeft 1000 euro nodig, maar moet een project verzinnen om een aanvraag voor 10.000 euro te doen.

Vraag 3.  Is GS bereid om te kijken of jongeren ook kleine aanvragen kunnen doen, waardoor meer mensen aan kleine projecten kunnen werken?

Als vierde kijken we ook naar het museumbeleid. We steunen de inzet op de vijf themamusea, maar we maken ons wel zorgen over de toekomst van de kleine musea. Neem het Fruiteeltmuseum in Kapelle. De gemeente betaalt daaraan mee en vrijwilligers doen hun uiterste best, maar als de gemeentelijke financiën stokken, is een voor de heel provincie waardevol musea over een paar jaar in de problemen. Dit willen we voorkomen. Onze vraag is daarom of GS bereid is met de gemeenten naar de toekomst van de lokale Zeeuwse musea te kijken en samen in te zetten op een lang voortbestaan van ook de kleine Zeeuwse musea?

 

Ons vijfde en laatste punt gaat over muziek. We merken dat op de muziekmarkt er veel geld gaat naar de grote festivals. Vanwege promotie en ter ondersteuning. We begrijpen dat, maar hebben twee kanttekeningen:

1. Vergeet de kleine festivals niet.

2. We willen graag dat een deel van de line-up sowieso uit Zeeuwse bands bestaat. Juist op festivals krijgen minder bekende Zeeuwse bands de kans om ervaring op te doen en te groeien. Is GS het met ons een dat festivals meer moeten inzetten op Zeeuwse bands? Ook merken we dat bij kleinschalige muziek er verschillende niches zijn, muzieksoorten waar een kleine groep mensen van houdt. Momenteel gaat relatief veel subsidie naar jazz en klassiek. En bijvoorbeeld niet naar gospel, hardstijl en trance. Hoe kijkt GS er tegenaan om die muziekniches tegen het licht te houden en af te wegen om andere niches ook een kans te geven op subsidies in Zeeland?

 

Afrondend, we zijn positief over de toekomst van de Zeeuwse cultuur. Als fractie zijn we benieuwd naar de reactie van GS over onze vragen en opmerkingen over

1. Cultuur in een breder perspectief.

2. Inzet voor cultureel erfgoed.

3. Broedplaatsen en kleinere subsidies voor jongeren.

4. Borging toekomst kleine musea.

5. Toekomst Zeeuwse muzieksector.