Het milieuprogramma is nu aangepast aan het omgevingsplan 2018. Een uitvoeringsplan. Niet zo ambitieus als GroenLinks zou willen, maar wel met goede onderdelen.

In de Statenvergadering van 1 maart werd dit besproken. Hieronder het betoog van Statenlid Gerwi Temmink.

Voorzitter,

Een schoon Zeeland. Dat is waar mijn fractie zich al jarenlang voor inzet en zal blijven inzetten. Op diverse manieren. Het voor ons liggende milieuprogramma is een belangrijk uitvoeringsdocument, dat precies aangeeft hoe hier invulling aan gegeven wordt en wat daarvoor wel of niet is toegestaan.

GroenLinks constateert gelukkig dat de gemaakte afspraken uit het omgevingsplan 2018 inmiddels correct zijn verwerkt. Nu dit wel gerealiseerd is heeft mijn fractie op dit moment geen behoefte nader in te zoomen op onderdelen van het milieuprogramma. Wel wil ik in zijn algemeenheid stilstaan bij twee voor GroenLinks heel belangrijke aandachtspunten en afsluiten met een daarbij behorende vraag aan GS.

Bij de behandeling van het omgevingsplan vorig jaar, en ook dit jaar bij de behandeling van het milieuprogramma in de commissie, constateerde GroenLinks dat de ambities feitelijk niet erg ambitieus zijn en eigenlijk naar boven bijgesteld dienen te worden. Verdere vervuiling van lucht, water en bodem ligt op de loer, maar is uit den boze. Voldoen aan klimaat- en energiedoelen vereisen hogere ambities. Om Zeeland schoon en leefbaar te houden voor mens, dier en plant, zal mijn partij al het mogelijke doen om die ambities in de komende jaren opgeschroefd te krijgen.

Tegelijkertijd zal GroenLinks kritisch aandacht blijven vragen voor het VTH-beleid in deze. Want wij weten dat er met het oog op de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving vaak niet meer dan het minimale – en soms zelfs dat nog niet eens – gedaan is/kan worden door de RUD e.a.

VRAAG: Onderschrijft GS de wenselijkheid om de ambities naar boven bij te stellen om gestelde doelen te kunnen verwezenlijken? En verwacht GS dat de RUD e.a. het toezicht en de handhaving op alle 7 terreinen van dit milieuprogramma met ingang van deze periode wel voldoende kunnen waarborgen? Kan GS toezeggen dat PS hierover minimaal 2x per jaar expliciet geïnformeerd wordt?

Antwoorden vanuit GS: de wenselijkheid om de ambities te verhogen begrijpt GS, maar men stelt het nu te moeten doen met dat wat is vastgesteld. Of het toezicht en de handhaving nu wel toereikend zijn zal de tijd leren; in ellk geval onderschrijft het college hetgeen GroenLinks al vaker gezegd heeft: dit zal wel meer gaan kosten. GS bevestigd tenslotte dat PS minimaal 2x per jaar hierover geïnformeerd zal worden via o.a. de begroting en jaarrekening.

In tweede termijn heeft GroenLinks ingestemd met het milieuprogramma met een stemverklaring dit te zien als niet meer dan een 1e stap – beter iets dan niets – maar dat aanscherping van ambities en punten uit het programma noodzakelijk zijn op zo kort mogelijke termijn.