Evenals het IPO vindt GroenLinks dat de waterschapstaken ondergebracht moeten worden bij de provincie. Maar zolang er nog waterschappen zijn, moet er wel sprake zijn van een evenredige vertegenwoordiging in het bestuur. In PS van 14 maart diende GroenLinks met steun van D66 een motie in, en trok deze ook weer in:

Het zou democratisch zijn dat de waterschappen ook onder de Kieswet gingen vallen; dat is ook wat het IPO beoogt. Volgens gedeputeerde Van Heukekelom zou er een brede evaluatie komen n.a.v. discussie in de Tweede Kamer (2013), met bijzondere aandacht voor nut / noodzaak van de geborgde zetels. De gedeputeerde stelt voor dat af te wachten en te bezien wat de vier overheden met elkaar afspreken. Ofwel: de Staat gaat erover. Om deze reden trekt GroenLinks de motie in, in afwachting van de landelijke discussie c.q. evaluatie na de zomer.

Inleiding

Het Reglement voor het Waterschap Scheldestromen bepaalt in artikel 6 de omvang van het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur bestaat uit 30 leden, waarvan: 21 leden die de categorie ingezetenen (= burgers) vertegenwoordigen; 4 leden die de categorie ongebouwd vertegenwoordigen; 1 lid dat de categorie natuurterreinen vertegenwoordigt en 4 leden die de categorie bedrijven vertegenwoordigen. De categorieën ongebouwd (landbouw c.a.), natuurterreinen en bedrijven zijn de zgn. geborgde zetels. Zij worden niet gekozen maar rechtstreeks benoemd door hun organisatie (ZLTO, Bosschap en KvK). In totaal zijn dit 9 zetels. Dat wil zeggen dat bijna ⅓ van het waterschapsbestuur niet gekozen wordt. Een historisch relict dat stamt uit de tijd van de bekende trits ‘belang-betaling-zeggenschap’.

Burger  ondervertegenwoordigd

Het onderzoeksinstituut Coelo uit Groningen deed recentelijk op verzoek van Nieuwsuur onderzoek naar de verdeling van de waterschapsbelasting*. De rekening voor de waterschappen komt steeds meer op het bordje van de burger te liggen. Dit blijkt uit berekeningen van het onderzoeksinstituut. Van de lasten wordt 90 procent betaald door de burgers, een heel klein deel door bedrijven en 10 procent door de boeren. Conclusie moet zijn dat de verhoudingen in zetelaantallen behoorlijk uit de pas zijn gaan lopen in relatie tot de lasten. Ook is het een bekend gegeven dat waterschappen vechten voor hun bestaan. Zij willen koste wat kost overleven als vierde bestuurslaag. Dit doen zij door taken toe te voegen aan de oorspronkelijke opdracht: droge voeten in de polder. Genoemd kunnen onder meer worden: het zuiveren van afvalwater; het stedelijk waterbeheer;  dijkverbetering en –aanleg (bezuiniging rijk € 200 mln.) en specifiek voor Zeeland het wegbeheer. Op die manier zijn veel publieke taken oneigenlijk toegevoegd aan de waterschappen. Dit ging ten koste van de algemene democratie. Edoch de rekening wordt gezonden aan de burger. Onder meer werd de zgn. rijksbezuiniging via de waterschappen in rekening gebracht bij de burgers. Conclusie moet zijn dat de verhouding gekozen / geborgde zetels significant uit de pas is gaan lopen. Bovendien zijn alle belangen inmiddels vertegenwoordigd bij de categorie ingezetenen.

Kleiner bestuur

Tegelijkertijd ware het maximaal aantal zetels terug te brengen tot 25. Dit past in het kabinetsstreven de bestuurlijke drukte te verminderen. Bovendien hebben de waterschappen één primaire taak en dat is water. Gemeenten daarentegen (als voorbeeld) hebben legio taken. Een bestuur van 25 leden moet daarom als voldoende worden beschouwd voor een goede uitvoering van de waterschapstaak.

Reden voor de GroenLinks Statenfractie de navolgende motie in te dienen, met steun van D66:

*: http://nieuwsuur.nl/onderwerp/608569-burger-krijgt-rekening-waterschapp…

Motie modernisering waterschapsbestuur

Provinciale Staten, in vergadering bijeen op 14 maart 2014;

gelet op:

  • de onevenredige - door tijd en democratisch besef - achterhaalde samenstelling van het algemeen bestuur van de waterschappen in Nederland;
  • de uitkomsten van het Coelo-onderzoek waaruit blijkt dat burgers 90% van de waterschapslasten betalen;

overwegende dat:

  • de trits belang-betaling-zeggenschap uit de wet is geschrapt en ook reeds lang in de praktijk niet meer bestaat;
  • dit zich niet heeft vertaald in de drie democratische EU-beginselen: democratische gelijkheid, representatieve democratie en participatieve democratie en daarmee in strijd is met het verdrag van Lissabon;
  • burgers inmiddels 90% van de waterschapslasten betalen en slechts voor 60% in het waterschapsbestuur vertegenwoordigd zijn;
  • benoemde bestuurders (de zgn. geborgde zetels) in strijd zijn met het principe van democratische gelijkheid i.c. het verdrag van Lissabon;
  • het ook voor de waterschappen meer dan gewenst is zich anno 2014 te richten op genoemd verdrag;

wetende dat:

  • er politiek verschillend wordt gedacht over het bestaansrecht van de waterschappen, maar de democratisering van het waterschapsbestuur niet mag wachten op eventuele ontwikkelingen in deze;

roepen de Tweede Kamer op:

  • de Waterschapswet nog voor de waterschapsverkiezingen van 2015 aan te passen en het algemeen bestuur samen te stellen uitsluitend uit vertegenwoordigers van de algemene democratie;
  • het maximaal aantal leden van het algemeen bestuur terug te brengen tot 25 (aantal raadzetels in een gemeente van 35.001- 40.000 inwoners);

dragen Gedeputeerde Staten op:

  • deze motie te sturen aan de leden van de Eerste en Tweede Kamer, het kabinet en het IPO;

en gaan over tot de orde van de dag.



Leen Harpe, GroenLinks                    Tom Aalfs, D66