GroenLinks/Leen Harpe roept Staten en college op samen met Groningen en Brabant (e.a.) een extra aanscherpoverleg te voeren en staatssecretaris te vertellen dat hij niet zo roekeloos om mag gaan met onze groenblauwe oase. Waar GS en het IPO zich lieten overblekeren, hebben Groningen en Brabant het goede voorbeeld gegeven. Het natuurdictaat van Bleker houdt in dat het netwerk van natuurgebieden, de EHS, kleiner wordt dan beoogd. Op natuurbeleid wordt zo’n 2/3 gekort. Bezuinigen moet, maar zo disproportioneel is waanzinnig. GroenLinks diende een motie in tijdens de Statenvergadering van 16 dec. jl., en trok deze om formele redenen ook weer in.
Motie niet instemmen met onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur
Provinciale Staten van Zeeland, in vergadering bijeen op 16 december 2011,
Constaterende dat:
• het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur aan de provincies eenzijdig verplichtingen oplegt met veel te geringe middelen om deze te kunnen uitvoeren;
• het onderhandelingsakkoord natuur zich kenmerkt door te veel onduidelijkheden en open einden en grote financiële risico’s voor de provincies en te verwachten negatieve effecten op de kwaliteit van natuur en landschap;
• in het door de Tweede Kamer afgedwongen nadere overleg op 7 december tussen Rijk en Provincies de onduidelijkheden niet afdoende werden weggenomen en er bovendien nieuwe vragen door werden opgeroepen;
Overwegende dat:
• de verdere decentralisatie van natuurbeleid, mits uitgaand van een heldere verdeling van taken en verantwoordelijkheden van Rijk en provincies, op zich een goede ontwikkeling kan zijn, maar dat de taakverdeling tussen Rijk en provincie in het akkoord inconsistent en onduidelijk is;
• een instemmen met het onderhandelingsakkoord natuur in de huidige vorm het tekenen van een ongedekte cheque betekent en dus niet verantwoord is.
Overwegende dat:
• voor het wel kunnen tekenen van het onderhandelings¬akkoord, dit akkoord minstens aan de volgende kenmerken moet voldoen:
o een helder onderscheid in de verantwoordelijkheden, rollen en taken van enerzijds Rijk en anderzijds andere overheden;
o de overdracht van voldoende beheergelden naar de provincies om de gedecentraliseerde taken ook daadwerkelijk te kunnen uitvoeren;
o een handhaving van de beschermingsstatus van de gebieds-categorieën, die nu in het akkoord geschrapt zijn, noodzakelijk is;
o de zekerheid dat provincies te allen tijde verder kunnen gaan met de invulling en uitbreiding van de EHS, inclusief de robuuste verbindingszones, dan het minimum dat het Rijk, c.q. internationale verplichtingen aangeven;
o er een krachtige inzet van het Rijk op het milieubeleid plaatsvindt om de randvoorwaarden voor natuurkwaliteit te verzekeren, waar het huidige (milieu)beleid van het Rijk daaraan niet voldoet.
Overwegende dat:
• voordat provincies het akkoord kunnen tekenen, er eerst tussen de provincies onderling helderheid moet bestaan over:
o de verdeling van de beheergelden tussen de provincies vanaf 2014;
o de wijze waarop de inzet van de ruilgronden gaat plaatsvinden;
o de inzet van het resterend budget van de ILG gelden;
o de verdeling van de restopgave voor natuurontwikkeling tussen de provincies.
Zijn van mening dat:
• het geld dat beschikbaar is gesteld voor het verhogen van de maximumsnelheid (€ 220 mln.) aangewend moet worden voor het natuurbeleid.
Besluiten:
• niet in te stemmen met het voorliggende decentralisatieakkoord en dragen GS op opnieuw naar de onderhandelingstafel te gaan, teneinde een akkoord te realiseren dat minstens aan de hierboven genoemde eisen voldoet.
En gaan over tot de orde van de dag.