GroenLinks diende tijdens de Statenvergadering van 20 sept. met steun van SP de motie "Zeeland schaliegasvrij" in, als belangrijk signaal aan Kabinet, minister van EZ en Tweede Kamer om vanuit Zeeland niet te kiezen voor (proef)boren naar nieuwe fossiele brandstoffen, maar in te (blijven) zetten op toekomstbestendige schone energie. Negen partijen stemden tegen; de collegepartijen vinden dat eerst vanuit het MER duidelijk moet worden wat de eventuele gevaren zijn. DE MOTIE WERD VERWORPEN.

Stemming over de motie:

voor:   GroenLinks en SP

tegen: CU, PvdA, D66, CDA, NZ, PVV, VVD, PvZ en SGP

Collegepartijen VVD, CDA, SGP en PvdA vinden dat eerst vanuit het MER duidelijk moet worden wat de eventuele gevaren zijn. Dit ondanks het feit dat het college zich in de beantwoording van de vragen van het CDA (zie verderop *) heeft uitgesproken tegen schaliegas. Daarmee geeft het college aan vóór proefboringen naar schaliegas te zijn...

Met een grote meerderheid tegen werd de motie verworpen.

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Motie Zeeland schaliegasvrij



Provinciale Staten van Zeeland, in vergadering bijeen op vrijdag 20 september 2013,

kennis genomen hebbend van de intenties van de minister van Economische Zaken om, mede op basis van het rapport van Witteveen+Bos, na de zomer van 2014 over te gaan tot (proef)boringen naar schaliegas in o.a. Noord-Brabant;

constaterende dat:

  • in de Staatscourant van 21 mei 2012 een aanvraag is gepubliceerd voor een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen (schaliegas) in een groot gebied van Nederland;
  • de minister van Economische Zaken op 26 augustus 2013 een presentatie heeft gegeven over het onderzoeksrapport naar de gevaren van schaliegasboringen;
  • uit die presentatie blijkt dat het kabinet concludeert dat boren naar schaliegas veilig kan plaatsvinden;
  • vergroten van de gaswinning bezwaren heeft als het gaat om klimaatverandering, aantasting van landschap en leefbaarheid en een spoedige transitie naar duurzame energie in de weg staat;
  • het mogelijk maken van schaliegasboringen een hindernis vormt voor het verder uitrollen en ontwikkelen van duurzame, schone, hernieuwbare energie;
  • er geen maatschappelijk draagvlak is voor (proef)boring en winning van schaliegas;

overwegende dat:

  • de motie "Zeeland schaliegasvrij" om bovenstaande redenen juist vanuit onze provincie moet worden beschouwd als een belangrijk signaal aan het Kabinet, de minister van EZ en de Tweede Kamer om niet te kiezen voor het (proef)boren naar nieuwe fossiele brandstoffen, maar in te (blijven) zetten op toekomstbestendige schone energie; 
  • het draagvlak bij (groepen) burgers voor duurzame, schone energie ook in Zeeland bijzonder terrein wint;
  • het (proef)boren naar schaliegas onze provinciale duurzame energiepolitiek ernstig frustreert;
  • boren naar schaliegas velerlei veiligheidsrisico’s met zich meebrengt, o.a. voor de drinkwatervoorziening en de kwaliteit van het grondwater evenals het risico op aardbevingen;

kennis genomen hebbend van het standpunt van het college dat schaliegas een fossiele brandstof is en niet past in het duurzaam energiebeleid van de provincie*;

verzoeken het College van GS om:

  1. aan Provinciale Staten op korte termijn een juridisch houdbaar voorstel te doen om de Provinciale Milieuverordening Zeeland (PMV) zodanig aan te passen dat het gehele grondgebied van Zeeland wordt aangewezen tot boringsvrije zône als het gaat om de (proef)winning van schaliegas;
  2. daarbij alle overige noodzakelijke PMV-tekstwijzigingen te betrekken die dienstbaar zijn aan de bescherming van het grondgebied van Zeeland tegen ongewenste (proef)boringen naar schaliegas;
  3. (extern) advies in te winnen om te bezien of het wellicht opportuun is ook in de verordening ruimte provincie Zeeland het (proef)boren naar schaliegas te verbieden;
  4. deze motie onder de aandacht te brengen van het Kabinet en de Tweede Kamer vóór zij overgaan tot enige besluitvorming aangaande schaliegas;
  5. de Staten schriftelijk te rapporteren over de invulling van de motie vóór vrijdag 11 oktober a.s. in verband met het mogelijke plenaire debat in de Tweede Kamer in week 42 of kort na de Herfstvakantie 2013;

en gaan over tot de orde van de dag.

*  Beantwoording art. 44-vragen CDA d.d. 23 april 2013