Het huidige Omgevingsplan 2006-2012 loopt af, tijd voor een nieuw plan. T.o.v. het lopende plan legt de opvolger een duidelijke focus op kerntaken ruimte, water, milieu en natuur. Meer hoofdlijnen, minder details en regels. Leen Harpe: "Strak beleid is omgezet in 'bijna alles is mogelijk, mits niet significant'. Dat komt het meest tot uiting bij de beschermingsformule voor natuurgebieden." GroenLinks wil graag bijstelling zien op een aantal punten en dient een amendement in, dat werd verworpen. Leen Harpe stemde tegen het Omgevingsplan.
De bijdrage van Leen Harpe aan dit Statenvoorstel:
"Een nieuw Omgevingsplan ligt voor ons en luidt het einde van het tijdperk Bleker in. Zeeland is v.w.b. de EHS nog aardig overeind gebleven en daar is GL op zich blij mee. Nu de vaart er in houden! Hoe staat het met de bevindingen van de commissie-Jansen?
Voor een periode van zes jaar mogen wij Zeeland verder inkleuren. Het is een wezenlijk ander plan dan het voorgaande. Strak beleid is omgezet in bijna alles is mogelijk mits niet significant. Dat komt het meest tot uiting bij de beschermingsformule voor natuurgebieden. In de nieuwe regeling is vastgelegd dat 'per saldo geen significante aantasting van de EHS mag plaatsvinden'. Dit betekent dat bepaalde ontwikkelingen in deze gebieden mogelijk zijn. Ontwikkelingen van groot openbaar belang in natuurgebieden kunnen onder voorwaarden (met compensatie) ook worden toegestaan. Ik denk dan, hoe kan het anders, aan de WCT.
Wij hebben het dan over het groenblauwe karakter van Zeeland. Mits niet significant, een rekbaar begrip. Prof. dr. P. Meire (Universiteit Antwerpen) zei eens in de WCT-zaak: “Ik kom tot de conclusie dat ook deze passende beoordeling weer aangeeft dat elke menselijke ingreep in het Schelde-estuarium leidt tot negatieve effecten. Hoe klein ook, het toont aan dat het systeem gevoelig is en dat er momenteel geen sprake is van een robuust estuarien systeem. In de tussentijd zou het mijn voorkeur zijn dat wordt afgezien van menselijke ingrepen die negatieve effecten hebben, ook als deze niet significant zijn voor het estuarium zoals bij de WCT.” Dat ging over het begrip significant. Daar kun je vele ook goede kanten mee op. Het college kiest voor die weg.
Het aantal artikelen in de verordening is teruggebracht. Kleiner en beter? Voor de belangrijke thema's die wel in het voorontwerp voor de verordening zijn opgenomen valt te constateren dat veel kaders worden gesteld waarbinnen gemeenten nog een aanzienlijke speelruimte hebben. Gemeenten worden opgeroepen afspraken te maken in regionaal verband voor bedrijventerreinen en woningbouwlocaties. Mocht dat niet lukken dan kunnen GS een aanwijzing geven. Maar wat staat daar eigenlijk aan beleid? War is vastgelegd wat GS kunnen/niet kunnen en moeten doen?
Bij de recreatie worden naar aanleiding van de inspraak vier kansen gecreëerd. 1. In heel Zeeland is er ruimte voor verbetering en vernieuwing; 2. Het accent van de recreatie ligt echter op de kustzone en langs delen van de deltawateren; 3. Op enkele plekken in het kustgebied en langs de deltawateren liggen bijzonder kansrijke locatie: de hotspots; 4. Tot slot liggen er op regionaal niveau ook nog een aantal kansrijke locaties waarvan de provincie de invulling aan de gemeenten overlaat. Ik vraag mij weer af wat wordt daar nu mee bedoeld? Ik vertaal dat met: in heel Zeeland zijn er kansen bij de provincie, mocht dat niet lukken dan kunt u altijd nog bij de gemeente aankloppen. Waar staat namelijk beschreven wie welke bevoegdheid heeft?
V.w.b. het agrarisch beleid heeft het college geen lessen getrokken uit het verleden. Bio-industrie kun je alleen tegengaan door het te verbieden. Iedere vorm van ruimte die je hiervoor biedt, is een volgende vraag naar meer ruimte. Dat heeft de geschiedenis ons geleerd.
U stelt voor de komende drie jaren € 15 mln. beschikbaar te stellen. Mij is na een halve commissievergadering niet duidelijk waar dat geld aan besteed gaat worden. Daarom ook mijn verzoek van stel de behandeling van dit plan uit en ga eerst in de commissie eens praten over de besteding.
Alhoewel 25% van onze dijken niet in orde is, vindt het college nog steeds dat het waterschap maar door moet gaan. Mijn hoop is gevestigd op het nieuwe kabinet. Er is teveel overheid.
3.2.1. Woningbouw en herstructurering
GL is benieuwd naar de beleidsneutrale verkenning. Deze paragraaf biedt kansen, maar is afhankelijk van een heldere eenduidige aanpak. Graag een voortdurende rapportage hiervan aan de commissie.
Het geluid langs wegen kan bij ons geen sprake zijn van hogere grenswaarden. Geluid is binnen het kleine grondgebied van Zeeland een van de grootste bedreigingen. En wat ons betreft: altijd stil asfalt m.a.w. altijd mitigeren, net als in de natuur!
GroenLinks steunt uw voornemen om vernieuwend te gaan samenwerken. Het voorstel spreekt van een wenselijke duurzame ontwikkeling en dat vraagt om een integrale aanpak en innovatief denken in systemen. Ieder vanuit hun rol en verantwoordelijkheden. En vernieuwende samenwerkingsverbanden leiden tot een hogere inhoudelijke kwaliteit, meer draagvlak en legitimiteit en een hogere effectiviteit. Prachtig, maar hoe gaat u daarmee om? Mag ik het zo vertalen:
Vernieuwend samenwerken heeft een open oog en oor voor nieuwe kansen en ideeën uit de samenleving en is niet gebonden aan bestuurlijke dogma’s. Kunt u daar een volmondig ja op geven?
Daar past niet de passage in op blz. 18 van het Omgevingsplan:
1. verdere ontwikkeling naar een biobased economy
2. continue verbeterspoor bij de huidige bedrijven
3. passend ruimtelijk spoor
4. goede toegankelijkheid en achterlandverbindingen
5. oplossen van bestaande knelpunten
6. betere communicatie met de omgeving
7. gebiedsgerichte aanpak
8. mogelijk maken van containerisatie, inclusief WCT.
Dat is o.a. een doelredenering naar de WCT toe. Wanneer u vernieuwend wil gaan samenwerken is dat niet de methode. Veel meer dan de door u geroemde containerisatie zou de aandacht van het college uit moeten gaan naar de capaciteit van de sluizen. Vele malen belangrijker dan de WCT-utopie!
Het meest opvallenden onderdeel in dit plan is wel uw verlangen naar schaliegas. Vroeger eigenlijk nog niet zo heel lang geleden stopten wij ons afval in de grond. Mooi gemakkelijk toch? Het vuil ging in de grond en je zag er nooit meer wat van totdat… het gifschandaal in Lekkerkerk letterlijk en figuurlijk naar boven kwam. Daar hebben wij toch wel van geleerd! Nee hoor. Het college verrast ons in het nieuwe omgevingsplan met nieuwe gevallen van ernstige bodemverontreiniging. Het kernafval moet na de COVRA in de Zeeuwse bodem en het college gaat volop voor het winnen van schaliegas.
Schaliegas is aardgas dat wordt gewonnen uit schalie. Om het gesteente te bereiken, worden boringen gezet die, eenmaal de steenlaag is bereikt, horizontaal worden voortgezet. Aangezien boringen niet voldoende zijn om het gas te doen vrijkomen, dient de boorput te worden gestimuleerd. Hierbij worden onder hoge druk grote hoeveelheden water, zand en chemicaliën ingespoten. Door deze grote druk breekt het gesteente. De ontstane scheurtjes worden open gehouden door het ingespoten zand. Wij maken nieuwe vuilnisbelten en zadelen daar het nageslacht mee op. Wie laat dit stoppen?
MdV, GL heeft een aantal goede punten genoemd uit het OP, maar wil het graag bijgesteld zien op de volgende punten, waarvoor een amendement*."
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
*: zie hiervoor amendement 2 (wat is opgesplitst in amendementen a t/m H, die ook afzonderlijk zijn ingediend)
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In de media:
PZC: Nieuwe veehouderij als neventak blijft mogelijk in Zeeland