Sommigen menen dat GroenLinks graag wil ontpolderen. Dat is niet zo. GroenLinks heeft het totale pakket voor veiligheid, bereikbaarheid en natuurlijkheid uiteindelijk geaccepteerd. Maar als natuurontwikkeling zonder of met minder ontpolderen kan, dan is dat mooi meegenomen. Wij leverden een bijdrage aan het denkwerk.

Brief aan Prof. Dr.F. Maljers betreffende alternatieven natuurontwikkeling Westerschelde

 

Aan Prof. Dr. F. Maljers p/a Postbus 6001
4330 LA  Middelburg   Betreft: alternatieven natuurontwikkeling Westerschelde 's-Heer Hendrikskinderen, 3-10-2006   Zeer geachte heer Maljers,

Het is met enige schroom dat de Statenfractie van GroenLinks zich tot u richt in het kader van uw werkzaamheden om alternatieven te beoordelen voor natuurontwikkeling Westerschelde. Schroom, omdat we ons afvragen bij te kunnen dragen aan het gewenste 'mirakel'. Ook omdat we het ons bijna niet kunnen voorstellen dat anderen onze suggestie niet eerder hebben opgemerkt. Alternatieven voor ontpoldering van landbouwgronden dienen bij te dragen aan de natuurlijkheid van het systeem, waarbij schorren, slikken en laagwater belangrijke onderdelen zijn. Ook ons is er veel aan gelegen om zo zorgvuldig mogelijk te zoeken naar mogelijkheden om het natuurlijk systeem van de Westerschelde te versterken. Daarbij is ons oog gevallen op het Rammekensschor, zoals u wellicht weet gelegen tussen fort Rammekens en het industriegebied Sloe. Ooit geheel bestemd als zeehaventerrein, in 1991 is het westelijk deel bestemd als natuurgebied, het oostelijk deel bleef bestemd als zeehaventerrein. Sindsdien is het gebied niet benut voor deze bestemming, en bleef het zich op natuurlijke wijze ontwikkelen. In het gebied is (was) een aanzienlijk areaal slijkgras (Spartina towsendii) aanwezig en ook is hier de enige groeiplaats in de Westerschelde van Klein Zeegras (Zostera noltii). Het schorgedeelte van dit gebied is (naar onze globale schatting) ongeveer 20 ha groot, het slik/laagwaterdeel ongeveer 40 ha. Jammer genoeg is een deel van het schor door de beheerder Zeeland Seaports onlangs voorzien van een laag klei, niet bevorderlijk voor de natuurlijke ontwikkeling. Met de nodige deskundigheid is deze maatregel wellicht te 'repareren', waarmee de ontwikkelingsmogelijkheden worden hersteld. Gelet op de beschikbare terreinen in de haven lijkt de noodzaak niet aanwezig om het betreffende terrein na decennia alsnog in gebruik te nemen. De oorspronkelijke plannen (Nieuwlandhaven) zijn immers verlaten. Er wordt intussen wel over gesproken dat autotransporteur 'Cobelfret' dit gebied in gebruik zou willen nemen. In dat geval zou voorzien kunnen worden in een twee-laags parkeerfaciliteit voor Cobelfret op hun huidige, of in ontwikkeling zijnde uitbreiding. Een werkwijze die men in de haven van Rotterdam ook toepast. Overigens zou deze twee-laags werkwijze ook beter aansluiten bij de doelstellingen van het provinciale ruimtelijke beleid, waar doelmatig en zuinig ruimtegebruik kernbegrippen zijn. Het is niet uitgesloten dat een twee-laags werkwijze meer investeringen van het bedrijf vraagt dan het in gebruik nemen van een maagdelijk gebied. In dat geval zouden de mogelijkheden onderzocht moeten worden om een proportioneel deel van het (robuuste) budget, bestemd voor natuurontwikkeling, te benutten voor deze meerkosten.

Mocht onze suggestie, zoals boven omschreven, realiteitswaarde hebben dan is pakweg een zestig hectare van de 300 ha. die het provinciaal bestuur zoekt als natuurontwikkeling ingevuld. Een niet te verwaarlozen oppervlakte. Bijkomend voordeel is dat eigendom, beheer en bestemming in handen is van overheden en/of een 100% overheidsbedrijf (gemeenschappelijke regeling Zeeland Seaports). Ook lijkt het ons van enig belang dat in dat geval de zoekgebieden zich niet uitsluitend in agrarisch gebied bevinden. De uitvoering van het samenhangend pakket van veiligheid, bereikbaarheid en natuurlijkheid in de Westerschelde vergt inspanningen van alle geledingen van de Zeeuwse samenleving.

Wij zijn uiteraard benieuwd naar uw bevindingen ten aanzien van de bovenstaande suggestie, en wensen u en uw commissie veel succes bij de werkzaamheden.

Met verontschuldigde hoogachting,

Marten Wiersma, statenlid GroenLinks