Te lang hebben we ook in Zeeland economische groei als een doel op zich gezien. Daarbij hebben we de kwaliteit van die economie en de negatieve effecten op mens en milieu onvoldoende in beeld gehad. We willen de komende periode daarom scherper kijken naar de economische bedrijvigheid en duurzame economische groei stimuleren, waarbij het ontstaan van economische groei niet meer het eerste uitgangspunt is. Dat kunnen we doen door de circulaire economie te stimuleren en zoveel mogelijk grondstoffen te hergebruiken. Het betekent ook dat we sectoren als het onderwijs en de cultuur als volwaardige economische dragers zien, naast de industrie en het toerisme. Ook gaan we werken aan nieuwe coöperatieve ondernemingsvormen waarin werknemers zelf eigenaar zijn. We zien een kans voor de Zeeuwse opleiders om een sleutelrol te spelen bij deze transitie. Zonder kennis en kennisvernieuwing zal het proces niet werken. Zeeuwse Jongeren zullen -door up to date (praktische) scholing- voorop kunnen lopen.
Ook in Zeeland werken veel arbeidsmigranten die te vaak slecht gehuisvest worden of niet beloond worden volgens de regels die hier gelden. Dit lijkt soms wel op moderne slavernij en de werknemers voelen zich vaak behandeld als tweederangsburgers.
Bij eventueel nieuw te vestigen industrie zijn de effecten op de omgeving doorslaggevend. We blijven kritisch bij de bepaling of bepaalde activiteiten binnen onze provincie passen. Gezien onze ligging ten opzichte van Vlaanderen moet er nauw worden samengewerkt met België aan uniforme milieunormen en samenwerking. Daarbij is samenwerking door omgevingsdiensten uit Zeeland en Vlaanderen essentieel. Bij eventueel nieuw te vestigen bedrijvigheid zijn de effecten op de omgeving doorslaggevend. Het is een hele klus om deze goed ingebed te houden in evenwicht met natuur, milieu en de leefbaarheid voor Zeeuwen.
1. Als aandeelhouder zet de provincie zich maximaal in om van Northseaport een circulaire haven te maken die duurzaam en fossielvrij opereert en waarin bedrijven samenwerken door grondstoffen en energie uit te wisselen.
2. We stellen een provinciale taskforce in die erop toeziet dat iedere arbeidsmigrant gegarandeerd is van een eerlijk loon, fatsoenlijke huisvestiging en een menswaardige behandeling. De aanbevelingen van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (Commissie Roemer) vormen hiervoor het startpunt.
3. Als provincie investeren we in de banen van de toekomst. Dat betekent dat wij stimuleren dat mensen zich laten opleiden of kunnen laten omscholen naar banen in de duurzame industrie. Dit doen we onder meer door ons onderwijsaanbod aan te passen op de behoefte aan arbeidskrachten in de duurzame industrie op korte en lange termijn.
4. De provincie neemt het voortouw in het verder ontwikkelen van scholing die goed aansluit bij de praktijk, in samenspraak met het onderwijs en bedrijfsleven. Denk aan een verdere ontwikkeling van het Beroeps begeleidende leerweg model (BBO) uit het MBO, zodat we arbeidskrachten met de juiste vakkundige kennis, sneller beschikbaar hebben voor de bedrijven.
5. De activiteiten als genoemd in de punten 3 en 4 zijn de basis voor een actieve regie vanuit de provincie om de werkgelegenheid die Zeeland biedt te transformeren naar nieuwe werkgelegenheid, passend in een duurzame economie. De in Zeeland aanwezige bedrijven, vooral de productiebedrijven, zullen met kracht worden gestimuleerd om via innovatie om te schakelen naar meer duurzame productiemethoden of zelfs om te schakelen naar andere eindproducten die meer passend zijn in een duurzame economie.
6. Er is in de recreatiesector geen ruimte meer voor structurele uitbreiding van overnachtingsmogelijkheden, gezien de druk die dit geeft op verkeer, voorzieningen en de natuur. We zetten in op het instandhouden van kleinschalige, duurzame en betaalbare vormen van verblijfsrecreatie en het verlengen van het seizoen. We willen een stop op de nieuwbouw van recreatiewoningen.
7. We stimuleren coöperatieve vormen van ondernemerschap in diverse sectoren waaronder de zorg. De provincie ondersteunt netwerkvorming van ZZP-ers en de vorming van broodfondsen als onderlinge vorm van sociale zekerheid. We zetten in op faciliteiten voor online werken: snel internet verder bevorderen en flexibele werkplekken in openbare ruimten.