Staatssecretaris Atsma heeft nav de brand bij Chemiepack op verzoek van de Tweede Kamer onderzoek gedaan naar de veiligheid bij de meest risicovolle bedrijven waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen, verwerkt en/of geproduceerd. De resultaten van het onderzoek zijn schokkend. Slechts 13 bedrijven scoren redelijk of goed op alle vijf onderdelen. GroenLinks stelt de volgende vragen:
Toelichting
Staatssecretaris Atsma heeft naar aanleiding van de brand bij Chemiepack op verzoek van de Tweede Kamer onderzoek gedaan naar de veiligheid bij de meest risicovolle bedrijven waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen, verwerkt en/of geproduceerd. Deze zogenoemde BRZO-bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor de veiligheid met betrekking tot omgang met gevaarlijke stoffen binnen de organisatie.
Atsma heeft alle 416 geregistreerde BRZO-bedrijven in Nederland onderzocht op de vijf meest relevante elementen ten aanzien van de borging van de veiligheid. Het gaat om een juiste identificatie van de gevaren, beheersing van de uitvoering, de wijze waarop wordt gehandeld bij wijzigingen in de bedrijfsvoering, de planning van noodsituaties en het eigen toezicht op de prestaties.
De resultaten van het onderzoek zijn schokkend. Slechts 13 bedrijven scoren redelijk of goed op alle vijf onderdelen. Maar liefst 71 chemische bedrijven scoren zelfs ronduit slecht op één van de vijf onderdelen en 25 van deze bedrijven scoren zelfs op meer dan één onderdeel slecht. Deze bedrijven voldoen dus niet aan de veiligheidseisen. Met 18 zware industriële bedrijven die vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen, de kerncentrale in Borssele, de drukke Westerschelde en het alom aanwezige water, vormt Zeeland het tweede risicogebied van Nederland.
Vragen
- Is het college bekend met het onderzoek van het ministerie van Infrastructuur en Milieu over de veiligheidssituatie bij chemische bedrijven?
- Kan het college aangeven of alle (onderzochte) bedrijven in Zeeland voldoen aan de vijf meest belangrijke criteria om de veiligheid te waarborgen?
- In het ontkennende geval: kan het college dan aangeven welke risico’s er gemoeid zijn met het niet naleven van de regels die volgen uit de Regeling Risico’s Zware Ongevallen?
- Kent Zeeland bedrijven waarbij onduidelijk is of zij met gevaarlijke stoffen werken en vallen onder de Regeling Risico’s Zware Ongevallen? Zo ja, wat onderneemt het college om deze bedrijven zo snel mogelijk te classificeren?
- Bevinden zich in Zeeland één of meer bedrijven waar op gebied van brandveiligheid een hardnekkig nalevingtekort speelt of is alles op peil?
- Kan het College aangeven op welke wijze de vergunningverlening en handhaving zich verhoudt tot het beleid externe veiligheid?