In 2007 werd in PS een motie aangenomen waarin een vierde verdieping wordt afgewezen. CdK verzekerde toen: "Een vierde verdieping komt er niet. Over mijn lijk." Daarom is het verbazingwekkend wat hierover in het collegeprogramma staat. In relatie tot de suggestie van de CdK om in overleg met België, Vlaanderen en de Europese Commissie een nieuwe visie te maken op de toekomst van de Westerschelde, stelt GroenLinks een aantal vragen.
Toelichting
Op vrijdag 15 juni 2007 werd, met de steun van alle partijen, in Provinciale Staten een motie van GroenLinks aangenomen, waarin een vierde verdieping ronduit wordt afgewezen vanwege “vergaande gevolgen voor de natuurlijkheid en veiligheid van de Westerschelde”. De CdK verzekerde toen: ”Een vierde verdieping komt er niet. Over mijn lijk.”
In dat opzicht is het verbazingwekkend dat in het collegeprogramma staat: “Het college is tegen een vierde verdieping van de Westerschelde, maar staat niet afwijzend tegenover kleine aanpassingen om de toegankelijkheid van de havens in Vlissingen te verbeteren. In overleg met Zeeland Seaports zal de provincie deze eventuele aanpassingen te zijner tijd beoordelen op noodzaak en wenselijkheid.” Het college wil dus alleen voor Nederland ‘een beetje verdiepen’.
Dit doet meer dan vermoeden dat er snode plannen in voorbereiding zijn een verdere verdieping van de Westerschelde mogelijk te maken tot aan Terneuzen. Daarbij komt dat het college er voorstander van is om ter hoogte van het Kalootstrand het Schelde-estuarium nog eens met ca. 150ha te verkleinen c.q. in te polderen.
Nu blijkt dat ook een kamermeerderheid een vierde verruiming uitgesloten acht, hebben wij de volgende vragen:
- Staat u nog steeds achter uw voornemen de Westerschelde ‘een beetje te verruimen’ zo mogelijk tot aan Terneuzen?
- Zo ja, acht u in het verlengde daarvan een verzoek vanuit Vlaanderen mogelijk voor kleine aanpassingen om de toegankelijkheid van de haven van Antwerpen te verbeteren?
- Zo neen, wat zet u dan in de bevoorrechte positie om zulks wel te willen?
- Bent u, mede gelet op de Hedwigeperikelen met ons van mening dat iedere ingreep in de Westerschelde hoe klein ook op zijn minst moet worden uitgesteld in verband met de kans op compensatie- (lees: ontpolderings) verplichtingen?
- Zo neen, bent u dan met ons van mening dat iedere nieuwe aantasting van de Westerschelde zeer ongewenst is in afwachting de uitwerking van het voorstel van de CdK om in overleg met België, Vlaanderen en de Europese Commissie een nieuwe visie te maken op de toekomst van de Westerschelde?
- Zo neen, wat is dan uitgangspunt en zin van een dergelijk overleg?
- Kunt u aangeven waarom, na een traject van circa 7 jaar, de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium niet meer voldoet, dit terwijl de inkt ervan nog niet is opgedroogd?
- Blijkens genoemde ontwikkelingsschets zou: “Tussen nu en 2010 het Schelde-estuarium veiliger, toegankelijker en natuurlijker” worden. Dat is ondanks een helder Verdrag met Vlaanderen niet gelukt. Welke garantie is er volgens het college dat bij “een nieuwe visie op de toekomst van de Westerschelde” zoals is voorgesteld door de CdK, maatregelen wel stipt worden gefinancierd en uitgevoerd?
- In hoeverre gaat u het kabinet er nu reeds op aanspreken dat het eindeloos bedenken van escapades dan niet meer tot de mogelijkheden behoort?
- Bent u met ons van mening dat als nummer 1 op een toekomstige agenda moet staan behoud en herstel van de natuurlijkheid van het Schelde-estuarium inclusief het nakomen van verdragsverplichtingen?
- Zo neen, wat is dan de zin / betekenis van een hernieuwd overleg?
- Zo ja, welke garantie kunt u daar binnen uw mogelijkheden en bevoegdheden voor afgeven?
- Wat is uw oordeel over de suggestie van een “Maasvlakte” bij Zeebrugge, als redmiddel voor de Schelde?
In het nieuws:
http://www.pzc.nl/regio/zeeland/9031451/GL-in-Staten-wil-Schelde-ook-ni…