Leen Harpe stelde vragen over het ingrijpen van gedeputeerde Van Heukelom bij het opleggen van een last onder dwangsom door de RUD aan een BRZO-bedrijf. Tijdens de vergadering van de commissie Ruimte, Ecologie en Water (REW) van 16 mei jl. ontstond discussie over de bevoegdheden bij handhaving van in dit geval gedeputeerde en DB-lid Van Heukelom. GS antwoorden:
Toelichting
De letterlijke discussie samengevat:
“Ik zit ook nog wel met DCMR. Er gebeurde iets in een van de chemiefabrieken en ze schreven een last onder dwangsom . Ja ammenooitniet.(…) Zij hebben een checklist wanneer het eerst naar mij toe moet en dat ik daar wat over te zeggen heb. Ik bekijk nu elke 14 dagen alle bedrijven wat er aan de hand is. (…) Ik ben bevoegd gezag, ik ben ook verantwoordelijk, ik stuur aan. Als een bedrijf wordt aangepakt, wil ik het weten. Zij zijn puur uitvoerders. Ik stuur aan.”
Vragen [gesteld op 27 mei]
- De gedeputeerde was heel stellig toen hij bovenstaande uitspraken deed. In de PZC van 27 mei 2014 omschrijven RUD-voorzitter Ginjaar en directeur Van Leeuwen het persoonlijk ingrijpen van de gedeputeerde als een misverstand. Kunt u aangeven hoe dit ‘misverstand’ heeft kunnen ontstaan en wat was de aanleiding?
Het persoonlijk ingrijpen van de gedeputeerde had betrekking op de gevolgde procedure en niet op de inhoud van het besluit. Het door de RUD voorzitter en de directeur aangehaalde misverstand had dus betrekking op de gevolgde procedure en niet op de last onder dwangsom (LOD) zelf. De heer Van Heu-kelom heeft de definitieve LOD in eerste instantie alleen ter informatie ontvangen en niet als een besluit dat politiek of maatschap-pelijk relevant is. De RUD was ervanuit gegaan dat hierover al in een eerdere fase was gecommuniceerd. Het misverstand betrof dus het niet aanmerken van het besluit als zijnde politiek of maatschappelijk relevant. In de mandaatregeling is voor politiek of maat-schappelijk relevante besluiten het volgende opgenomen: "Onverminderd het eerste en derde lid heeft de directeur DCMR, dan wel de door hem ondergemandateerden een voorafgaande informatieplicht en een signa-leringsplicht jegens het college indien de uit-oefening van de gemandateerde bevoegdheid voor het college gelet op de inhoud van het besluit, de geadresseerde of de politieke gevoelens in de provinciale staten of de samenleving naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen zal hebben of in-dien een besluit tot consequentie kan hebben dat de provincie aansprakelijk zal worden ge-steld of anderszins in rechte aangesproken zal worden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de directeur DCMR, dan wel de door hem ondergemandateerden alle benodigde informatie en voert overleg met het college alvorens de bevoegdheden bedoeld in artikel 2 uit te oefenen." - Voorzitter Ginjaar spreekt van “bemoeienis van de gedeputeerde”. Mag daaruit worden afgeleid dat de gedeputeerde buiten zijn verantwoordelijkheden is gegaan en is hij daar direct op aangesproken?
Nee. - Zo ja, hoe kan het dan zijn dat de gedeputeerde in de commissievergadering zo stellig was?
De gedeputeerde was terecht stellig. Als bevoegd gezag blijft de Provincie eindverant-woordelijk. Onder mandaat wordt in de Alge-mene wet bestuursrecht verstaan: "de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen." Met andere woorden: de functionaris, dit is de gemandateerde, krijgt de bevoegdheid om een besluit te nemen dat geldt als een besluit van het bestuursorgaan dat het mandaat heeft ver-leend (mandaatgever). Er worden evenwel geen publiekrechtelijke bevoegdheden van het college overgedragen aan het bestuur of aan de directeur van de RUD Zeeland. Ondanks dat de feitelijke bevoegdheidsuitoefening komt te liggen bij degene die het mandaat heeft, blijft de mandaatgever daarvoor naar buiten toe ten volle verantwoordelijk. Deze kan uit dien hoofde dan ook te allen tijde algemene en specifieke instructies geven of het mandaat doorbreken en de be-voegdheid zelf uitoefenen; het onderhavige besluit behoeft in dat laatste geval geen voor-afgaande intrekking. Het college kan zich jegens Provinciale Staten, voor de rechter en naar buiten toe nimmer verschuilen achter een mandaat. - Doet zich dit probleem alleen voor met DCMR?
Het was geen probleem, alleen een miscommunicatie. Zie antwoord op vraag 1. - De dwangsom is uiteindelijk alsnog opgelegd. Kwam dit tot stand na bemiddeling van de voorzitter? Hoe is een goede en onafhankelijke (BRZO)handhaving nu geregeld?
Zie antwoord op vraag 1. De LOD zelf heeft nooit ter discussie gestaan, alleen de te vol-gen procedure. De voorzitter van de RUD Zeeland heeft in dit dossier geen rol gespeeld. - Welke chemiereus betrof het hier en waarom is die informatie niet direct openbaar gemaakt?
Het betrof een dwangsom die is opgelegd aan Yara. Dergelijke informatie is passief openbaar, maar wordt normaal gesproken niet actief openbaar gemaakt. Als daartoe een verzoek wordt gedaan, wordt de informa-tie beschikbaar gesteld. Dit is overeenkomstig de gedragsregel openbaarheid handhavingsinformatie, zoals deze is vastgesteld door het college. In dit geval ging het niet inhoudelijk om de dwangsom die aan het betreffende bedrijf is opgelegd, maar vooral om de gevolgde procedure. - Waarom stelt de RUD zich zo terughoudend op bij het verstrekken van milieu-informatie en wie is daarmee gebaat? Mag de directe omgeving niet weten wat zich in hun achtertuin afspeelt?
De RUD zal zodra de systemen in orde zijn dezelfde milieu informatie beschikbaar stellen als de Provincie. Op dit moment is dat technisch nog niet mogelijk. - Vanaf 14 februari 2005 is meer milieu-informatie openbaar. Dat is het gevolg van de Wet uitvoering Verdrag van Aarhus (Staatsblad 2004, 519 en Staatsblad 2005, 66). Een van de gevolgen is dat overheden vaker moeten afwegen wanneer milieu-informatie openbaar moet worden gemaakt omdat enkele absolute weigeringsgronden uit de Wet openbaarheid van bestuur worden vervangen door een relatieve weigeringsgrond. Verder wordt van overheden verwacht dat ze hun milieu-informatie ordenen en dat ze de informatie steeds meer actief openbaar maken. Bijvoorbeeld door het plaatsen van informatie op internet. Kunt u aangeven hoe dit bij de RUD structureel in praktijk wordt gebracht?
Zie antwoord bij vraag 7. - Kunnen de Staten voortaan actief worden geïnformeerd over milieu-incidenten?
De Staten worden al via het jaarprogramma geïnformeerd over de handhaving. Daarnaast is de Provincie via de inspire-richtlijn verplicht milieu informatie op de website te publiceren. Op dit moment is dat vanwege technische problemen bij de RUD nog niet operationeel, maar dit zal in de loop van 2014 operationeel worden gemaakt. Ook zal er in 2015 een nieuwe omgevingsbalans worden gemaakt waarin onder andere over het milieubeleid wordt gepubliceerd.