In de Statenvergadering van 25 april noemde Leen Harpe de mogelijkheid van een interpellatie over de gang van zaken rondom het Deltadividend. Alvorens daarover te besluiten, stelde hij op 28 april schriftelijke vragen. Vandaag ontvingen we de antwoorden van GS:

Vragen & antwoorden

  1. Wat is er gebeurd met de aandeelhoudersstrategie? Die bepaalde dat zowel het dividend van EVIDES en van DNWB één op één zouden worden doorgegeven. Waarom is de RvC c.q. Delta NV hiervan afgeweken zonder enig overleg met de aandeelhouders? Hoe verhoudt zich dit met het aangenomen D66 amendement nr. 1 en de daarbij in de Statenvergadering van 1 november 2013 gegeven toelichting?

    De aandeelhoudersstrategie bepaalt de wijze waarop de Provincie invulling wil geven aan het aandeelhouderschap. De rol en de taak van de aandeelhouder, de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen (RvC), zoals vastgelegd in de statuten, wijzigen daardoor niet. Statutair kan de RvC bepalen welk deel van de winst ter beschikking van de aandeelhouders wordt gesteld. Door een voorstel te agenderen voor de Algemene vergadering van Aandeelhouder (AvA) kiest de RvC echter voor overleg.

    Het aangenomen amendement waaraan u refereert betreft de betrokkenheid van Provinciale Staten bij het besluitvormings-traject van de strategische koers naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek van DELTA NV naar een aantal strategische opties. Per brief van 11 maart 2014 (kenmerk 14003573dg) bent u nader geïnformeerd over het proces c.q. besluitvormingstraject van dit onderzoek.
  2. Bent u van oordeel dat de informatieplicht uit de aandeelhoudersstrategie in deze op een goede wijze is ingevuld? Zie hiervoor ook onder 1.3 Wet Dualisering Provinciebestuur.

    Ja.
  3. Hoe kan het dan zijn dat de gedeputeerde tijdens de afgelopen Statenvergadering meedeelde dat hij de jaarstukken niet aan de Staten had hoeven te zenden?

    In de interne bevoegdheidsverdeling tussen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten inzake de deelneming DELTA, vastgesteld op 18 maart 2005 (kenmerk FEZ-201), is bepaald dat wij bevoegd zijn namens de Provincie Zeeland binnen de AvA de Jaarstukken van DELTA vast te stellen.

    Op 28 september 2010 bent u door ons per brief (kenmerk 10029803) geïnformeerd over de reeds eerder door Provinciale Staten vastgestelde interne bevoegdheidsverdeling tussen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten inzake deelnemingen.
  4. Hoe past deze uitspraak binnen de artikelen 167 en 179 van de Provinciewet, waarin is opgenomen dat GS en de Commissaris van de Koning uit zichzelf actief alle informatie aan PS moeten verschaffen die zij nodig hebben om hun taken goed te vervullen?

    Ofschoon wij bevoegd zijn namens de Provincie Zeeland binnen de AvA de Jaarstukken van DELTA vast te stellen, leggen wij voorafgaand aan de AvA de stukken ter inzage voor Provinciale Staten.
  5. Hoe verhoudt zich dan een en ander met het budgetrecht van de Staten?

    Het budgetrecht van Provinciale Staten gaat niet over de invulling van het aandeel-houderschap c.q. het vaststellen van de hoogte van de dividenduitkering van een deelneming.
  6. Heeft het lopende onderzoek van Morgan Stanley inzake de toekomst van Delta NV vertragende invloed gehad op de informatieverstrekking aan de aandeelhouders?

    Nee.
  7. Uit de jaarstukken van Delta NV blijkt dat het gehele proces van besluitvorming zich heeft voltrokken in de maand maart. Op 26 maart 2014 tekent de Raad van Bestuur voor ‘akkoord’. Twee dagen daarvoor publiceert de PZC hierover. Het traject van het opstellen van de geconsolideerde cijfers tot het opmaken van de jaarrekening en afronding van een accountantscontrole, vergt normaliter binnen financieel goed georganiseerde ondernemingen tenminste drie tot vier weken. Daarom kan met zekerheid worden aangenomen dat voor de Raad van Bestuur het resultaat over 2013 zeker eind februari of begin maart bekend was. Het verschil tussen het werkelijke resultaat en eerdere winstwaarschuwing door Delta NV is significant en daarom een zaak van belang voor de aandeelhouder. Waarom is dit niet gedeeld met de grootste aandeelhouder?

    Het resultaat over het boekjaar 2013 is, na vaststelling van de jaarcijfers door de RvC,

    op 26 maart 2014 door de directie van DELTA gedeeld met de aandeelhouders. Voor de aandeelhouder is echter niet alleen het resultaat van belang, maar is met name het voorstel dat de RvC doet inzake het uit te keren dividend van belang. Daarbij houdt de RvC rekening met de bedrijfssituatie.

    Informatie over alleen het resultaat – zonder het complete beeld te schetsen – zou derhalve tot misverstanden en verkeerde verwachtingen kunnen leiden en dus onzorgvuldig zijn geweest.
  8. Waarom heeft de grootste aandeelhouder, gelet op het Statenvoorstel inzake de bezuinigingen en gelet op de (actieve) aandeelhouderstrategie, zich hierover niet laten informeren door Delta NV? De gedeputeerde deelde tijdens het kennismakingsbezoek van de Staten met de heer Kamerbeek mede dat er frequent contact is tussen hen.

    Op het moment dat er door DELTA publieke uitspraken zijn gedaan, hebben wij ons laten informeren.
  9. Wanneer is deze zaak formeel dan wel informeel voor het eerst in het college besproken?

    De winstwaarschuwing van DELTA is op 5 november 2013 voor het eerst aan de orde geweest in ons college. Op 26 maart 2014 is door de directie van DELTA het resultaat over het boekjaar 2013 aan de aandeelhouders bekend gemaakt. Op 22 april 2014 zijn in onze collegevergadering de Jaarstukken van DELTA, waar het dividend onderdeel van uit maakt, behandeld.
  10. Waarom beroept het college zich achteraf uitsluitend op de statutaire bevoegdheid van de Raad van Commissarissen over het bepalen van het dividend?

    Gedeputeerde Van Beveren heeft tijdens de Statenvergadering op 25 april 2014 uitgelegd dat het statutair een bevoegdheid is van de RvC om te bepalen welk deel van de winst wordt toegevoegd aan de algemene reserves. De resterende winst staat ter beschikking van de AvA.
  11. Hoe past deze houding in het door de Staten geformuleerde actieve aandeelhouderschap, als volgt verwoord: “Naast de uitoefening van gedefinieerde bevoegdheden streeft de Provincie naar frequente contactmomenten met de onderneming middels (informele) AvA's en informatiebijeenkomsten en een transparante verantwoording van de resultaten per onderdeel om te kunnen toetsen in hoeverre wordt bijgedragen aan de aandeelhoudersbelangen (…)”?

    Wij zien niet in dat wij in strijd met die lijn gehandeld zouden hebben.
  12. Delta NV heeft eind vorig jaar een winstwaarschuwing afgegeven. Kunt u aangeven op grond waarvan Delta NV, als niet beursgenoteerd bedrijf, hiertoe verplicht was? Bent u als aandeelhouder vooraf gekend in de beslissing om de winstwaarschuwing af te geven en is de grond van de winstwaarschuwing u bekend?

    Hoewel niet verplicht is het in ieder geval wel correct van DELTA om een winstwaar-schuwing af te geven. Verder is een winstwaarschuwing niet een mededeling van de aandeelhouders, maar een mededeling aan de aandeelhouders. De winstwaarschuwing en de onderbouwing daarvan hebben wij u per brief van

    5 november 2013 (kenmerk 13025011) toegezonden.
  13. Moet Delta NV niet beoordeeld worden als een zgn. Organisatie (volgens) van Openbaar Belang, zoals verwoord in de EU-richtlijnen?

    Nee, DELTA is een structuur NV en heeft geen effecten die zijn genoteerd aan een gereglementeerde markt.
  14. Voor grote ondernemingen en beursgenoteerde bedrijven zijn (middels het zgn. forecasten) de jaarcijfers in januari van het volgende jaar bekend. Daaraan voorafgaand is er eind oktober van het boekjaar een zgn. hardclose. Midden november is er vervolgens een laatste forecast en dan is het resultaat in beeld. Bij Delta NV wijkt dit behoorlijk af van hetgeen binnen ‘deze tak van sport’ gebruikelijk is. Moet daaruit de conclusie worden getrokken dat de administratie en financiele functie niet op orde is? Zo nee, hoe kan het dan zijn dat de cijfers zo laat bekend zijn terwijl de accountant eind maart tekende?

    Zie het antwoord op vraag 7.

    In december komen de prijs "forecasts" van het onafhankelijke bureau Pöyry beschik-baar. Gezien de significante invloed van deze prijs "forecasts" op de jaarcijfers, werkt DELTA niet met een "hard close" eerder in het jaar.
  15. De gedeputeerde deelde in de Statenvergadering mee dat hij niet akkoord kon gaan met een hoger Deltadividend, wanneer Delta NV daarvoor zou moeten lenen. Het dividend kan in feite geheel betaald worden uit de vrije kasstroom als gevolg van de opbrengsten van desinvestering van Evides. Waarom zou Delta NV dan moeten lenen, of is het Evidesgeld al opnieuw ‘geïnvesteerd’?

    Wij hebben aangegeven dat wij willen bezien of een hoger dividend mogelijk is, rekening houdend met het bedrijfsbelang. In dat licht is uitgelegd dat indien DELTA zou moeten lenen om een hoger dividend dan € 20 miljoen uit te kunnen keren, de vraag kan worden gesteld, of dit wenselijk is. Wij willen daar met de andere aandeelhouders, RvC en Raad van Bestuur over overleggen.

    Zoals bekend bestaat DELTA uit verschillende onderdelen, met een daarbij horende kasstroom. De dividendopbrengst uit de deelneming Evides is voor DELTA één van deze kasstromen. De positieve en negatieve kasstromen dienen uiteindelijk in samenhang te worden bezien.
  16. Vindt de aandeelhouder het bedrijfseconomisch verantwoord om externe financiering aan te trekken om dividend uit te keren? Gezien deze situatie: wat is de mening van de aandeelhouder over het beheer van gelden of zogenoemd cashflow management van Delta NV.?

    Zie het antwoord op vraag 15. Een niet op kasstroom gebaseerde winstuitkering zal resulteren in een verdere schuldverhoging. Dit heeft een negatieve impact op de ratio's. Wij zien geen reden om aan te nemen dat het cashflowmanagent van DELTA niet adequaat zou zijn.