Het Zeeuwse havenbeleid is geen klucht meer, het is een smartlap: "Toen wij naar Rotterdam vertrokken...". Immers, de samenwerking met Rotterdam zit ons nu danig in de weg. Hoe kwam dat eigenlijk? En waarom heeft Zeeland nu ruzie met én Rotterdam én Antwerpen?

De havendiscussie in Zeeland wordt een smartlap. De emoties lopen hoog op. Dat blijkt ook uit de toon en tekst van de bijdrage van Jan Philippen op 9 december jl. in de PZC. Het begin in 1995 was zo mooi: Rotterdam had ruimte tekort in de Waal- en Eemhaven, Zeeland had ruimte over, en vreesde een nieuwe saneringsoperatie, die eerder al 35 miljoen euro had gekost. En zo werd het Scaldiahavenproject geboren. Jammer genoeg zonder resultaat. Bedrijven bleven uit. Pas in 2000 vestigde Gearbulk-Verbrugge zich. Rotterdamse bedrijven bleven uit. De peetvaders van de samenwerking, Willem Scholten in Rotterdam en de Zeeuwse Daan Bruijnooge bedachten een vlucht naar voren: medefinanciering van de WCT door Rotterdam, ingepakt in een totale samenwerking. De Zeeuwse Staten liepen er met ogen open in, GroenLinks uitgezonderd. En men had het kunnen weten: er was al een directeur geofferd aan de diepgaande verschillen van inzicht, het personeel liep naar de rechtbank én de politiek om het onheil te keren. Vruchteloos. Scholten ruimde het veld na een financieel debacle van € 120 miljoen, Bruinooge verliet de actieve politiek en adviseert blijkbaar een tot op het bot verdeelde PvdA in Zeeland