Voorzitter,

In de commissievergadering heeft de fractie van GroenLinks aangegeven waardering te hebben voor de opzet van het gebiedsprogramma landelijk gebied en stikstof. Goed om het op zijn Zeeuws aan te pakken. Alle sectoren praten mee en moeten hun steentje gaan bijdragen voor die zaken waar we zelf verantwoordelijk voor zijn. 

Sterk dat eveneens aan het Rijk gevraagd wordt hoe zij haar bijdrage voor de reductie van stikstof vanuit Vlaanderen en de zee wil gaan verwezenlijken. GroenLinks is benieuwd of daar inmiddels al wat meer over bekend is? 

Prima ook dat er niet alleen een koppeling gemaakt wordt tussen de opgaven voor het landelijk gebied en stikstof, maar dat deze verbreed worden met de opgaven die we hebben voor o.a. klimaat, natuur en water. Deze zijn immers alle nauw met elkaar  verbonden. Des te handiger wanneer straks de diverse partijen bij de uitwerking van het gebiedsprogramma 1.0 op zoek kunnen naar maatregelen die elkaar versterken. Dat vergroot de kansen om de diverse doelen te halen! 

De fractie van GroenLinks heeft al eerder gesteld dat het tijdig halen van die doelen van groot belang is. Voor de natuur, de klimaatopgave, het water en zeker ook die voor stikstof. Niet alleen om het Zeeuwse biodiversiteitsprobleem aan te pakken, maar ook om te voorkomen dat vergunningverleningen weer helemaal stilgelegd moeten worden. Met een herhaling van bouwstops etc. Daar zit niemand op te wachten. 

Tijdens de commissievergadering zijn diverse wensen geuit. Ook vanuit GroenLinks. De meeste zijn goed weergegeven. Ik heb tot slot van deze 1e termijn nog een VRAAG mbt hetgeen genoteerd staat onder het kopje innovatie. Het is algemeen bekend dat technische innovaties niet de reductie opleveren die verondersteld wordt. Met alleen technische innovaties zullen die doelen niet tijdig gehaald worden. 

Kan GS beamen dat de wens van economische ontwikkeling en innovaties voor alle sectoren niet automatisch inhoudt dat straks voor alle (deel)gebiedsplannen groei voorop staat? Wat GroenLinks betreft is het zo dat de groei van bepaalde specifieke Zeeuwse soorten planten voorrang verdient en dat in zo’n gebied daardoor een of meerdere economische activiteiten aangepast dan wel verplaatst dienen te worden? Hoe ziet GS dit?

GS reageert in algemene zin dat er veel nodig is en op voorhand niets wil uitsluiten.