In de laatste uitgave van "Provinciewerk", uitgegeven door de Provincie Zeeland, een profiel van Leen Harpe en zijn visie op Zeeland. Verderop het artikel; in de bijlage de volledige uitgave van "Provinciewerk".

Profiel

Leen Harpe is statenlid voor GroenLinks sinds 2004. Hij is geboren in Den Helder, maar al sinds zijn jeugd bracht hij zijn vakanties altijd in Zeeland door waar hij familie heeft wonen. Zijn grootmoeder was een Koppejan,'maar dat vertel ik er tegenwoordig liever niet bij, 'zegt hij grinnikend.



Zeeland als groene buffer

Leen Harpe is van mening dat Zeeland de groene buffer tussen Antwerpen en Rotterdam moet zijn en daarom de hoogste mate van bescherming verdient. ‘Helaas wordt met die Zeeuwse natuur vaak te lichtvaardig omgegaan in de Staten. Soms ben ik bang dat het met Zeeland net zo gaat als met het Groene Hart, dat in de loop der jaren in rap tempo kleiner is geworden, ondanks de hoge beschermingsstatus'.



Zeeland is de provincie met de meeste zonne-uren, maar met de minste zonnepanelen

Leen vindt dat Zeeland veel meer kan doen aan duurzame vormen van energie. 'Dus niet alleen windenergie en getijde-energie, maar met name de kansen benutten van zonne-energie. Vooral deze laatste vorm is eenvoudig te realiseren en levert alleen maar winst op voor alle gebruikers. De methode om zonne-energie aan Delta terug te leveren moet eenvoudiger. Nu is er nog te veel administratieve rompslomp. Zeeland is vergeten dat Michiel de Ruyter al zijn oorlogen gewonnen heeft op (duurzame) windenergie. Delta heeft door zijn tweede kerncentrale te promoten afscheid genomen van het begrip duurzaam. Een gemiste kans! Duurzaam is ook het Scheldeestuarium: de longen van Zeeland, vergelijkbaar met de opbrengsten van een tropisch regenwoud. Ook aan die vorm van duurzaamheid besteden wij te weinig aandacht. Wij polderen nog steeds in, maar de rivier heeft ruimte nodig. Dit vluchtgedrag achtervolgt ons op enig moment. De consequentie is dan dat, als wij zo doorgaan, wij in de nabije toekomst nog rigoureuzere maatregelen moeten treffen zoals grootschalig ontpolderen. Ik begrijp niet dat er nu niet meteen wordt afgezien van het aanleggen van de WCT (140 ha inpolderen,dus weer een aanslag op de natuurlijkheid van het Schelde-estuarium) en dat de Hedwigepolder niet direct onder getij wordt gebracht. Dan hebben we voor dit moment tenminste aan onze verplichtingen voldaan!'