Op 27 juni jl. stelde GroenLinks vragen over de uitwerking van het besluit van Provinciale Staten m.b.t. de kerntakendiscussie. De tekst van de aangekondigde bezuiniging van GS wijkt namelijk beduidend af van hetgeen de Staten op 22 juni jl. hebben besloten. Vandaag ontvingen we de antwoorden van GS (zie bijlage).

Vragen ingevolge artikel 44 reglement van orde aan het College van Gedeputeerde Staten door Leen Harpe van de fractie GroenLinks

Onderwerp: Uitwerken besluit PS kerntakendiscussie

Toelichting

In de Statenvergadering van 22 juni jl. heeft een meerderheid van de Statenleden ingestemd met het gewijzigde dictum bij het Statenvoorstel Kerntakendiscussie. In dit verband zijn vooral de volgende twee punten uit het dictum van belang:

  1. Het College van Gedeputeerde Staten overleg te laten voeren met de betrokken instellingen en gemeenten voor het realiseren van de ombuigingen en het leveren van “maatwerk” per instelling.
  2. Over de resultaten van deze onderhandelingen met een concreet voorstel te komen voor 1 januari 2013 en in de Najaarsnota 2012 een voortgangsrapportage op te nemen.

Het college deed herhaalde toezeggingen dat er naast maatwerk in de besluitvorming ook ruimte is voor noodzakelijke (financiële) aanpassingen. Mag overleg inhouden dat er ook iets te overleggen valt? Echter, op 26 juni 2012 verzendt het college een mail met een bericht over de uitkomsten van de voorjaarsconferentie (…):

"Afgelopen vrijdag ( 22 juni) hebben Provinciale Staten akkoord gegeven op deze plannen, met de aantekening dat die bezuinigingen gestalte moeten krijgen in nauw overleg met de betrokken instellingen en de gemeenten."

Die tekst wijkt significant af van hetgeen de Staten hebben besloten. Inmiddels bereiken ons berichten dat het college bij het maken van dat beloofde maatwerk uitgaat van het aanvankelijke voorstel.

Vragen (antwoorden GS: zie bijlage)

  1. Wat wordt bedoeld met ‘deze plannen’ en ‘die bezuinigingen’?
  2. Wat verstaat u zowel materieel als financieel onder maatwerk?
  3. Hoe wordt in het overleg met betrokken instellingen en gemeenten inhoud gegeven aan de toezegging (meerdere malen gedaan) dat er in het budget ruimte is voor bijstelling?
  4. Indien uw laatste tekst niet berust op een misverstand, wat wilt u dan met de Staten bespreken?
  5. Kunt u bevestigen dat bij het overleg als bedoeld in vraag 3, niet per definitie wordt uitgegaan van de oorspronkelijke bezuinigingsvoorstellen, maar allereerst gekeken wordt naar de ongewenste effecten die niet alleen door instellingen, maar ook door meerdere fracties in de Staten zijn verwoord?