"Economische groei, ontwikkeling en innovatie is de centrale focus van het college van GS (stuwende krachten)." Om hier uitvoering aan te geven, hebben zij de Economische Agenda 2013-2015 opgesteld, als opvolger van het PSEB 2009-2012.

Het voorstel van GS:

"Economische groei, ontwikkeling en innovatie is de centrale focus van ons College (stuwende krachten). Om hier uitvoering aan te geven hebben wij de Economische Agenda 2013-2015 opgesteld. De nota is extern en intern integraal opgesteld en is dynamisch van aard. Jaarlijks wordt gerapporteerd over de stand van zaken en wordt middels een jaarplan de concrete doelstelling van het komende jaar aan uw staten voorgelegd. De Economische Agenda is de opvolger van het PSEB 2009-2012. Ook de ambities ten aanzien van het onderwijs en de arbeidsmarkt maken, in tegenstelling tot de voorgaande beleidsperioden, integraal deel uit van de Economische Agenda. Met dit Statenvoorstel bieden wij u de Economische Agenda 2013-2015 en het bijbehorende bijlagenboek ter vaststelling aan."

Het Statenvoorstel Economische Agenda is hier te vinden [bij PS 23 november 2012].

SER Zeeland heeft op advies van het college advies uitgebracht, dat begint als volgt:

"SER-Zeeland heeft met waardering kennis genomen van de concept-nota Economische Agenda. De nota is een pragmatische beleidsnota, die duidelijk uitstraalt dat uw College de versterking van de Zeeuwse economie niet alleen kan en wil doen, maar juist de samenwerking zoekt met de triple helixpartners.

Wij vinden het praktisch en efficiënt dat in de nota verbindingen worden gelegd met Europees beleid en Europese fondsen, alsmede met het topsectorenbeleid van het Kabinet. Daarmee kunnen met meer slagkracht en met meer kans op succes de businesscases gerealiseerd worden.

De nota is logisch opgebouwd, mede dankzij de aansluiting die gezocht is bij de indeling, die in het zgn. drielagenplan is gehanteerd. Dit maakt de nota makkelijk toegankelijk en leesbaar, maar ook behoorlijk omvangrijk. Daardoor bestaat het risico dat lezers afhaken voor zij bij het belangrijkste onderdeel (hoofdstuk 5 met de businesscases) zijn aangekomen. Een leeswijzer aan het begin van de nota kan de lezer ertoe aanzetten om dit hoofdstuk met voorrang te lezen. Een alternatief hiervoor zou een verkorte versie zijn met meer nadruk op de businesscases.

De passage "toegankelijk maken van Zeeland" in de op pagina 1 geformuleerde missie suggereert dat wij in Zeeland een nieuw begin maken met de economie. Wij stellen voor om deze passage te wijzigen in "wij maken in Zeeland ruim baan"."

De volledige tekst van het advies van de SER is te lezen in de bijlage.

Leen Harpe over dit Statenvoorstel:

"MdV,

De economische agenda is een welkom document. Het geeft aan wat wij als provincie willen en kunnen. Bij dat laatste zet GroenLinks direct een vraagteken, omdat alles nog in businesscases moet worden vertaald. Dat kost tijd en die hebben wij eigenlijk niet. Vraag is dan ook of het college op zeer korte termijn met een plan van uitvoering wil komen. Wanneer gebeurt wat? Want u heeft in deze statenperiode nog maar twee jaar om de economische agenda uit te voeren.

Vraag is in dat verband of de gestelde doelen realistisch zijn. U zet in op gelijkblijvende werkgelegenheid en een niet toenemend aantal werklozen. Een loffelijk streven, maar zijn dit reële doelen en passen de voorgestelde maatregelen erbij?

Mijn grootste probleem met deze nota is dat u blijft vasthouden aan oude waarden. Ik noem de WCT en kernenergie. U wilt in eerste instantie meewerken aan containerisatie van de bestaande haven, maar als er een CDA-GroenLinksmotie wordt ingediend voor containerisatie in de bestaande haven van Vlissingen-Oost, ontraadt u die. Het advies van de SER [zie bijlage] is daar ook volstrekt duidelijk over. Op die wijze werkt u als college de economie eerder tegen dan dat u deze in dit opzicht stimuleert. Ik mis in de nota een passage over de Hamburg – Le Havre range. Niet onbelangrijk en noodzakelijk om de waarde van de Zeeuwse havens goed in te schatten!

Over kernenergie bent u niet duidelijk: enerzijds zet de nota in op hernieuwbare energie, maar er wordt tegelijkertijd verwezen naar het collegeprogramma waar de keuze is gemaakt voor een tweede kerncentrale. Concrete vraag: zet het college voor 100% in op hernieuwbare energie en zweert u daarmee kernenergie af? Gedeputeerde: wat is daarop uw antwoord?

Voorzitter, de Zeeuwse economie zit in een transitie. Uw college maakt in feite deze analyse ook. De energie-intensieve industrie krijgt het moeilijk, en in sommige sectoren is de aanvoer van goede grondstoffen een probleem. Zie Zalco en Thermphos. De chemie richt de steven naar Bio Base. Een goede keuze.
Maar die transitie is nog maar net bezig, en zal nog decennia duren. Hetzelfde geldt voor de traditionele energiesector zelf. Die zit in zwaar weer. Duurzaam is bezig van marge naar mainstream te geraken.

GroenLinks vindt dat er geweldige kansen liggen voor de Zeeuwse economie, en voor de BV’s Nederland en Europa. Maar wij vinden wel dat de Haagse en Brusselse overheid ons de kansen moet bieden om de leegloop van de laatste jaren te compenseren met stimulerend beleid voor Bio Base en energietransitie. Met faciliteiten en een betere aansluiting op de topsectoren.

En Zeeland moet kiezen. Dat zijn we in ieder geval eens met onze Zeeuwse Kamerleden. Kiezen voor transitie. Dát is de reden dat we de WCT willen inruilen voor een succes. En onszelf verlossen van KCB II. Een loodzware bal om in de lucht te houden. College, Kies! De transitie is bezig. Kijk vooruit.

In de nota wordt voorgesteld samen te gaan werken met omliggende regio’s. Eigenlijk een overbodige opmerking. Maar wil het college dat ook, of wat wordt er mee bedoeld, anders dan de samenwerking in Bio Base Delta? Gaan we ook samenwerken met onze zuider- en oosterburen om wind op zee te realiseren of slimme netwerken aan te leggen of grootschalig energiebesparing uit te rollen? De GroenLinks motie om in de commissie BFW eens te gaan praten over de passende schaal van provincie en het in het regeerakkoord aangekondigde overleg daarover haalde het niet. Sterker nog: werd door het college afgeraden.

Ik kan daaruit maar een conclusie trekken. U houdt de Staten kennelijk liever op afstand. Dat is ook uw inzet bij de uitvoering van de businesscases  het is een zaak van het college. Ik vraag u de commissie Economie per kwartaal te rapporten over de voortgang van de economische agenda. U moet niet anders willen.

Wat ik mis in de nota is voldoende aandacht voor de zoetwatervoorziening in de landbouw. Een herverdeling van zoet rivierwater over de Zuidwestelijke Delta is mogelijk. Dat staat in het rapport: “Water naar de Zee” Visie op een klimaatbestendige zoetwatervoorziening van laag Nederland van het WNF. Een zeer lezenswaardig document met unieke oplossingen, ook voor de Zeeuwse landbouw. Doe uw voordeel ermee! Het is een aparte businesscase waard.

U vraagt € 16,5 mln. voor cofinanciering. Prima, u krijgt ze wat GroenLinks betreft, maar dan wel via de Staten. Daarvoor heb ik een amendement.*

Met deze aantekeningen gaat het college wat GroenLinks betreft voortvarend aan de slag."

Leen Harpe, 23 november 2012

[* Het amendement is te vinden in de bijlage]

--------------------------------------------------------------------------------------

CONCLUSIE: gedeputeerde De Reu (PvdA) doet de toezegging dat de businesscases door de Staten goedkeurd moeten worden, zodat GroenLinks het amendement intrekt. Het Statenvoorstel wordt aangenomen.