Op 10 juli 2015 stelden PS een onderzoekscommissie Sloeweg in met de opdracht:

1: hoe in de toekomst grote projecten zoals de Sloeweg beter te beheersen en controleren, bezien vanuit de taak van PS?, en 2: welke lessen kunnen uit het Sloewegproject worden getrokken over het politiek-bestuurlijk samenspel en de rolverdeling tussen GS en PS? De bijdrage van Gerwi Temmink in de Statenvergadering van 11 december over het Statenvoorstel met het eindrapport De parelduiker vreest de modder niet

Dank voor het vele werk dat is verzet om dit onderzoek te laten verrichten. GroenLinks was het eens met het doel en de opzet van het onderzoek vanuit Provinciale Staten. GroenLinks kan zich ook vinden in het eindadvies, namelijk om vooral in te zetten op gezamenlijk werken aan verbetertrajecten. Het gaat meer om de toekomst dan om het verleden.

De conclusies en aanbevelingen uit het eerdere rapport van Necker van Naem, in opdracht van GS, waren duidelijk en concreet. GroenLinks heeft die al onderschreven.

GroenLinks kan zich ook vinden in de conclusies en aanbevelingen van dit rapport, maar wil in enkele gevallen nader inzoomen, zoals op de inbreng van de Rekenkamer. Vooral dit waren zinnige, inpasbare tips: * waak voor tunnelvisie en groepsdenken; * spreek samen vooraf goed af waarvoor geheimhouding echt nodig is, en wees zoveel mogelijk transparant naar elkaar en de burger; * gebruik de Wob als leidraad; * betrek PS en burgers / samenleving bij de plannen (initiatieffase).

Al met al voor GroenLinks niet zoveel nieuws. Wij blijven bij het standpunt dat we het in het hele Sloeweg-dossier al die tijd goed gezien hebben. In beide rapporten wordt de datum van 10 februari 2015 genoemd als beslissend. Op dat moment wisten Gedeputeerde Staten dat er overschrijdingen in tijd en geld dreigden. Nog niet precies hoeveel, maar wel dat inzet taskforce onvermijdelijk was - het ging niet om kleine bedragen. Dit had aan PS gemeld moeten worden. Gedeputeerde Van Beveren is hiervoor opgestapt. Maar hij was en is niet alleen verantwoordelijk, zo blijkt duidelijk uit deze rapporten. GroenLinks wil echter niet langer terugkijken, zoals gezegd.

In één conclusie kan GroenLinks zich echter niet geheel vinden: bij grote projecten is een aantal partijen wel degelijk zeer kritisch geweest. GroenLinks heeft meerdere malen aan de bel getrokken, o.a. met een motie in 2013 en bij de second opinions. Allemaal van tafel geveegd. Compliment aan mijn voorganger, dhr. Harpe, die dat scherp stelde. Hij had het gelijk aan zijn zijde. Nog meer proactief werk verzetten is, zeker voor eenmansfracties, praktisch niet mogelijk.

GroenLinks heeft nog enkele vragen:

  1. Hoe willen GS en coalitiepartijen in de toekomst omgaan met kritische inbreng vanuit niet-coalitiepartijen - waaronder kleine partijen - en waarde hechten aan ieders inbreng?
  2. Hoe haalbaar achten GS en alle politieke partijen de aanbeveling dat Statenleden nog meer proactief informatie inwinnen, ook kleinere fracties? Dit afgezet tegenover de alsmaar groeiende berg stukken die Statenleden krijgen toegestuurd.

Tot slot wil GroenLinks opmerken dat PS met name rond de aanbeveling ter verbetering van de rolverdeling GS-PS en de cultuurverandering, de regie niet aan GS moeten laten!