Deze week ontvingen we de antwoorden op onze vragen die we stelden over de in november 2017 gestarte bomenkap in Zeeland. Hieronder kunt u de vragen en de antwoorden lezen.

               

Toelichting

Waterschap Scheldestromen is vanaf 13 november 2017  gestart met het verwijderen van bomen, langs wegen in beheer bij het waterschap, verspreid over heel Zeeland. In het overzicht van het waterschap is te zien dat er ongeveer 1500 bomen verwijderd worden op 38 plekken en er maar 868 bomen op 24 plekken teruggeplaatst worden. Het waterschap geeft aan dat de lengte die ze beplanten gelijk blijft (bij 100 meter gerooide bomen, planten ze ook 100 meter terug). Men geeft aan dat de bomen voortaan verder uit elkaar komen te staan zodat ze  meer groeiruimte hebben en dit minder onderhoud vergt in de toekomst.  Volgens de fractie van GroenLinks gaan de consequenties van deze aanpak - aanzienlijk minder bomen terugplaatsen en op een aantal plekken helemaal niet – veel verder dan wat verondersteld wordt.

 

Volgens  het waterschap vloeit e.e.a. voort uit het beleidsplan beplanting. Maar in dat plan is tevens gesteld dat het waterschap het bestaande landschapsbeeld respecteert en de veranderingen het landschapsbeeld niet schaden. Het plan vermeldt verder dat de beplanting een cultuurhistorische betekenis heeft en een grote invloed op de beleving van de inwoners van Zeeland en haar bezoekers. Wij zijn van mening dat met deze werkwijze het landschapsbeeld niet gerespecteerd wordt en dit een negatieve invloed heeft op de beleving van inwoners en bezoekers.

 

GroenLinks maakt zich zorgen over het feit dat er 632 bomen minder geplant worden en er op 14 plekken helemaal geen bomen terugkomen. Bomen zijn  belangrijk voor het vastleggen van CO2 en voor het leven van insecten, vogels en andere dieren op het land en in de lucht. Daarenboven zijn bomen beeldbepalend voor het landschap. In februari en juni van dit jaar spraken wij onze zorg over de grootschalige bomenkap in Zeeland ook al uit.

 

Daarom heeft de fractie van GroenLinks de volgende vragen:

 

  1. Is het college op de hoogte van het plan van het Waterschap Scheldestromen om 1500 bomen te kappen en 868 bomen te herplanten? Deelt GS de mening van GroenLinks dat er door maar liefst 632 bomen minder terug te planten niet voldaan wordt aan wat het beleidsplan voorschrijft? Wat vindt GS van deze aanpak, zowel de vermindering op locaties als het feit dat er op maar liefst 14 plaatsen helemaal geen bomen terugkeren?

 

Het waterschap heeft een meerjarenplan (beheerplan beplanting 2016 – 2020) gemaakt waarin het aantal bomen in een aantal rijbeplantingen afneemt, omdat een ruimere plantafstand (van 12 meter) wordt gehanteerd dan de afstand waarop veel bomen nu staan. Hiermee wordt binnen 10 jaar voldaan aan een gesloten kronendak zoals de Verordening Wet natuurbescherming Zeeland 2017 voorschrijft. De cijfers die in de vraag zijn opgenomen hebben alleen betrekking op het bestek van 2017-2018 en zijn daarom niet representatief voor het hele plan. Voor wat betreft de 14 locaties is het waterschap, indien het vanuit andere belangen niet mogelijk is om dezelfde locatie terug te planten, verplicht om het gekapte areaal elders te compenseren.

  1. Is het college op de hoogte dat er op 14 plekken geen bomen herplant worden en de reden daarvan?  Wat vindt het college daarvan in het kader van o.a. het landschapsbeeld van Zeeland, de CO2-vastlegging en minder leefruimte voor dieren?

 

Ja, hierover vindt afstemming plaats. Herplant vindt dan later of op een andere locatie plaats. Compensatie kan ook al eerder hebben plaatsgevonden.

 

  1. Volgens artikel 8.2 van de Verordening Wet natuurbescherming Zeeland 2017 is het verplicht bij herplant van bomenrijen, dat de bomen binnen  5 à 10 jaar een gesloten kronendak dienen te hebben.  Is GS van mening dat op deze manier voldaan wordt aan die verplichting?

 

Het huidige beleid heeft geen harde kaders voor een maximaal toegestane plantafstand, enkel het kader dat er binnen 10 jaar een gesloten kronendak dient te zijn. Het is afhankelijk van meerdere factoren of dit behaald zal worden, zoals de locatie, boomsoort en bodemgesteldheid. In het Beleidsplan beplanting 2016 – 2020 is aangegeven dat er rekening wordt gehouden met de geldende wet- en regelgeving.

 

  1. Is het college van GS bereid direct over te gaan tot handhaven wanneer zij constateert dat de gevolgen van bijvoorbeeld de vorige vraag (en de eerste) daarom vragen? Zo nee, waarom niet? 

 

Het college zal handelen als de situatie daar om vraagt.