Voorzitter,

Voor ons ligt een belangrijk en ambitieus voorstel: de Energievisie Zeeland. Een noodzakelijke stap op weg naar een duurzamere provincie en een klimaatneutraal energiesysteem in 2050. We waarderen de inzet van GS om deze visie integraal aan te pakken en de koppelkansen met onder andere mobiliteit en woningbouw te benoemen. We zijn blij dat energiebesparing een prominente plek krijgt in de visie. Want wat je niet gebruikt hoef je niet op te wekken en te transporteren.

Toch willen we graag een kritische vraag stellen over de prognoses op pagina 18. Daarin wordt gesteld dat de energievraag in Zeeland met bijna 50% zal dalen. Een enorme trendbreuk!

  • Vraag: maar hoe realistisch is dat? Wat is het handelingsperspectief van GS om dit voor elkaar te krijgen?

    Antwoord het is een landelijk getal. Dat nemen ze over.

Ook missen we een duidelijke rolopvatting van GS ten aanzien van de grote industriële bedrijven, het zogeheten CES-cluster. Het CES-Cluster zit niet in de energievisie omdat dit geregeld is vanuit het rijk. Nu de maatwerkafspraken door minister Hermans zijn stopgezet, willen wij van GS horen welke inzet zij zelf gaan plegen. Vragen:

  • Wordt hierop gestuurd vanuit de provincie?  Gaat GS zelf in gesprek met de industrie?  Want zonder forse besparing in deze sector gaan we de doelen simpelweg niet halen.

    Antwoord: GS gaat er wel mee door. In de pers was het verkeerd verwoord. Het gaat om de maatwerkafspraken tot 2030. 

    In Zeeland zijn er 3 bedrijven die een maatwerkafspraken hebben: Yara (afspraak is succesvol afgerond), Dow (Dow kan het niet meer halen, ze hebben nog niet geïnvesteerd, Dow gaat nu een ander pad in), Zeeland Refinery (de stappen zijn vrijwel rond, o.a. waterstof route) GS gaat door en op een goede manier richting 2050).

Voorzitter, we horen veel over warmtenetten. En terecht: ze kunnen een belangrijke rol spelen, maar alleen onder de juiste voorwaarden.  Gisteren konden we op de NOS website lezen dat de Tweede Kamer ingestemd heeft met de warmtewet. Waarin onder andere staat dat zowel nieuwe als bestaande warmtebedrijven voor meer dan 50% in handen moeten komen van de overheid. 

Dit om vertrouwen te winnen bij de verbruikers, warmte te garanderen en monopoliepositie van warmtebedrijven te doorbreken die heel hoge prijzen vragen voor de warmte.

  • Vraag aan GS: Op welke manier gaat GS dit meenemen in de energievisie?

    Antwoord: Provincie heeft geen taken op warmte. Een BV of andere organisatie werkt er aan (zoals GasUnie voor gas en waterstof, TenneT en Stedin voor energie). Er bestaat nog geen organisatie voor warmtenetten en stadsverwarming. De provincie kan wel helpen met onderzoek wanneer nodig.

De energietransitie vraagt ruimte, net als woningbouw, natuurherstel, stikstofmaatregelen en mobiliteit. We zijn dan ook blij dat in de visie aandacht is voor het zorgvuldig omgaan met ruimte en het benutten van koppelkansen. Maar dit vraagt wel om regie en keuzes.

De aanleg van waterstof-infrastructuur loopt achter. Vooral op het gebied van waterstof liggen er kansen. Waterstof zal een belangrijke rol spelen voor de industrie en kan ingezet worden als energiebuffer: Door extra waterstof te maken wanneer er steden zijn, en inzetten bij tekorten. Daarmee kunnen we het energienet balanceren en vermindert de noodzaak voor andere – vaak dure – opslagmethoden.

Maar dan moet het er wel zekerheid zijn dat er geproduceerd en getransporteerd kan worden.

Voorzitter, laten we ook helder zijn over kernenergie. Als er twee nieuwe centrales bijkomen, zal dat maximaal 10% van de energiemix zijn. 

  • Pas over 15 tot 20 jaar.
  • In de tussentijd zijn we gewoon afhankelijk van fossiele energie,
  • en blijft er veel geld weglekken naar een niet-duurzame toekomst.
  • Zon en wind zijn sneller, goedkoper, en leveren nú resultaat.

Naast de infrastructuur voor waterstof moet er ook de elektriciteit Infrastructuur voor walstroom uitgebreid worden. Walstroom voor zowel de binnenvaart als zeeschepen. 

Tot slot,

De energietransitie moet menselijk zijn. Met respect voor het Zeeuwse landschap, en in goed overleg met gemeenten, inwoners en bedrijven. Gemeenten hebben zorgen geuit over ruimtelijke impact – die moeten serieus genomen worden. Zienswijzen moeten écht gewogen worden. Daarom vinden we het goed dat participatie een belangrijke plek heeft gekregen bij de Zeeuwse Vuistregels in de visie. Maar het moet niet bij woorden blijven.

We staan als provincie voor een enorme opgave. Maar als we inzetten op besparen, op een slim en robuust energiesysteem, op innovatie, en op zorgvuldige afweging van ruimtegebruik – dan kunnen we deze transitie menselijk, haalbaar en betaalbaar maken.


 

Dank u wel.