Leen Harpe stelde op 8 september vragen over een forse verhoging van de waterschapslasten als gevolg van het Deltaplan-nieuwe-stijl dat op Prinsjesdag wordt bekendgemaakt. GS anwoorden als volgt:
Toelichting
Op Prinsjesdag, zo is door de deltacommissaris aangekondigd, wordt meer duidelijk over een Deltaplan-nieuwe-stijl. VVD-minister Schultz en de voorzitter van de Unie van Waterschappen hebben over de financiering ervan een deal gemaakt. Bij de versterkingsprojecten die volgen uit het nieuwe beleid, zal het Rijk 50% van de uitvoeringskosten betalen, de waterschappen als collectief 40% en het uitvoerende waterschap nog eens 10%.*
Dit heeft grote gevolgen voor de hoogte van de waterschapslasten in onze provincie. De gekozen werkwijze in het Deltaprogramma nodigt de betrokken regionale overheden nadrukkelijk uit hun inbreng ter zake op regionaal en nationaal niveau te leveren en daardoor mee te werken aan het voorstel voor de deltabeslissingen in 2014.** Aldus de brief d.d. 30 januari 2012 aan onder meer het IPO.
Vragen
- Het IPO is van tijd tot tijd geïnformeerd over de plannen van de deltacommissaris. In hoeverre heeft het college bijgedragen aan de specifiek Zeeuwse ontwikkelingen / belangen in deze?
De gehanteerde financieringssystematiek m.b.t. versterkingen van primaire waterkeringen die in beheer zijn bij de waterschappen (50% rijksbijdrage; 40% solidariteitsbijdrage van alle waterschappen en 10% projectgebonden bijdrage door individueel waterschap waar versterkingen worden uitgevoerd) vloeit voort uit het Nationaal Bestuursakkoord Water (2011) en is eind 2012 verankerd in de Waterwet.
GS hebben echter destijds, in de aanloop naar het Bestuursakkoord Water, sterk bepleit om het projectgebonden aandeel van een individueel waterschap achterwege te laten (= 100% solidariteit tussen alle waterschappen). Dit standpunt werd gedeeld door het Waterschap Scheldestromen en is bij meerdere gelegenheden onder de aandacht gebracht van het IPO. Eind 2011 besloten PS om niet met het bestuursakkoord in te stemmen, tenzij 100% solidariteit tussen alle waterschappen bij de financiering het uitgangspunt zou blijven. Zeeland nam in IPO-verband op dit punt echter een minderheidsstandpunt in. - Heeft het college - ook samen met het waterschap Scheldestromen- deze belangen in kaart gebracht en besproken met de deltacommissaris en zijn de Staten daarover geïnformeerd?
Ja, GS hebben destijds, in de aanloop naar het Bestuursakkoord Water (2011), de Zeeuwse belangen met het waterschap in kaart gebracht. De Staten zijn destijds over dit onderwerp geïnformeerd bij het beantwoorden van art. 44-vragen van de PvdA-fractie, ingekomen op 30-12-2010. Nadat PS eind 2011 besloten om niet met het bestuursakkoord in te stemmen, tenzij 100% solidariteit tussen alle waterschappen bij de financiering het uitgangspunt zou blijven, werd dit door GS bij brief van 24 januari 2012 overgebracht aan de toenmalige staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Het is niet rechtstreeks besproken met de Deltacommissaris. Een en ander heeft niet kunnen voorkomen dat de financieringssystematiek uiteindelijk wettelijk is verankerd. - Heeft het IPO advies uitgebracht dan wel ingestemd met de plannen?
Ja, het IPO heeft zich in de aanloop naar het Nationaal Bestuursakkoord Water over dit onderwerp beraden en heeft, ondanks het door de provincie Zeeland bepleite standpunt, in meerderheid ingestemd met alle onderdelen van het BAW, inclusief de bekostiging van versterkingen van primaire waterkeringen. - Zijn de financiële gevolgen van deze planvorming eveneens besproken; zo ja hoe luidt de IPO reactie?
Ja, de financiële gevolgen zijn in IPOverband aan de orde geweest en het IPO heeft ingestemd met de systematiek. Het Rijk zette aanvankelijk in op een projectgebonden financieringsbijdrage van 25% door een individueel waterschap waar versterkingen plaatsvinden. In de uiteindelijke regeling is dit teruggebracht naar een projectgebonden aandeel van 10%. - Het principe dat landelijke veiligheidsbelangen door alle inwoners van het land gelijkelijk worden gedragen lijkt verlaten. Klopt onze veronderstelling?
Nee. Immers, het rijksdeel (50%) wordt bekostigd uit de algemene middelen en het aandeel dat de gezamenlijke waterschappen opbrengen (40%) wordt bekostigd door de inwoners van alle waterschappen.
Het solidariteitsbeginsel is losgelaten in zoverre 10% van de kosten ten laste wordt gebracht van de inwoners van het individuele waterschap waar versterkingsprojecten tot uitvoering komen. - Wat is uw c.q. het IPO-oordeel over de 50% ‘cofinanciering’ door de inwoners van Zeeland?
Er is geen sprake van '50% cofinanciering door de inwoners van Zeeland', maar van een projectgebonden aandeel van 10% voor een individueel waterschap, naast het aandeel dat elk waterschap bijdraagt in de
40% die de waterschappen gezamenlijk bijdragen. - Bent u voornemens om samen met het waterschap Scheldestromen uw invloed aan te wenden in Den Haag om deze onredelijke en buitenproportionele lastenstijging te voorkomen?
In afstemming met het waterschap volgen wij de toetsingsresultaten van primaire waterkeringen in Zeeland en benodigde versterkingen in de toekomst, in samenhang met daarvoor benodigde middelen en de
ontwikkeling van de waterschapslasten. De financieringssystematiek berust op de Waterwet. Als de ontwikkelingen daartoe aanleiding geven, dan zullen wij, waar mogelijk en in overleg met het waterschap, in Den Haag onze invloed aanwenden met het oog op de belangen van de inwoners van Zeeland. - Bent u met ons van mening dat de financiering van rijkstaken niet op een dergelijk eenvoudige wijze mag worden afgewenteld op een deel van de burgers?
De financieringssystematiek is verankerd in de Waterwet en vloeit voort uit het Nationaal Bestuursakkoord Water (2011). Wij beschouwen dit als een gegeven.
**: waterveiligheidsbrief van de deltacommissaris
In de media:
PZC: GroenLinks vreest forse stijging waterschapslasten