Ruim 2 jaar geleden is de RES 1.0 vastgesteld in Zeeland. Als eerste regio in Nederland destijds. Elke 2 jaar volgt een evaluatie, waarvan de eerste heeft plaatsgevonden.

In de commissie SO van 2 december jl. is ingegaan op de voorgestelde bouwstenen voor de RES 2.0. Uit die commissie zijn een aantal wensen verwoord. Die zijn thans aan de orde. 

De fractie van GroenLinks zal daar zo op ingaan. Allereerst het voorstel zelf. Goed dat de CO2-doelstellingen daarin nu aangescherpt worden naar 55-60 %. GroenLinks had daar reeds eerder om gevraagd. Wat ons betreft zou het wel gelijk overal minimaal 60% mogen zijn. We begrijpen echter dat meer en grotere wijzigingen pas mogelijk zijn bij het eerstvolgende moment in 2025 bij de RES 3.0 omdat veel zaken van de RES 1.0 net in gang gezet zijn of nog moeten worden opgepakt.  

Prima dat er voor de RES 2.0 een aantal extra bouwstenen worden aangereikt zoals het energiesysteem, de arbeidsmarkt en scholing plus de monitoring. Met daarbovenop nog een algemene bouwsteen. Daarin zou de fractie van GroenLinks graag opgenomen zien dat er bij elk besluit meegewogen wordt dat iedereen moet kunnen blijven meedoen aan de energietransitie. Daarom is GroenLinks mede-indiener van een amendement van de PvdA.

(We konden dit amendement intrekken omdat GS toezegde dat we hier op mochten rekenen; niet alleen bij de bouwsteen participatie, maar bij elke bouwsteen). 

Om te voorkomen dat straks elke gemeente of organisatie zelf op zoek moet hoe inwoners en het MKB geholpen kunnen worden met subsidies t.b.v. die energietransities is de GroenLinks eveneens mede-indiener van een amendement van de SP waarin de provincie opgeroepen wordt hierin het voortouw te nemen. 

(Dit amendement heeft het niet gehaald; het zou overbodig zijn).

Regelmatig haalt de fractie van GroenLinks het belang van de dwarsverbanden en samenhang met andere grote maatschappelijke uitdagingen aan. Dat geldt zeker voor de energietransitie. Juist daarvoor is draagvlak onontbeerlijk.Van de inwoners, bij de gebouwde omgeving, de mobiliteit, de elektriciteit (en het besparen daarop), maar ook van de landbouw en de industrie. Zeker omdat die laatste sector zo’n 70 % van de stroombehoefte voor haar rekening neemt in Zeeland. In de RES 2.0 krijgen deze 2 sectoren toch een beperkte inbreng. GroenLinks voelt het als een gemis dat hier vanuit PS geen enkele inbreng mogelijk is. 

VRAAG: Kan de gedeputeerde nader toelichten op welke manier de inbreng vanuit de industrie en landbouw in de RES 2.0 wordt verwerkt? Welke waarde moet worden gehecht aan die paragrafen? Wordt er bv. voornamelijk ingezet op afvang en hergebruik van CO2 door de industrie – waarbij het voornemen is een deel van die CO2 afvang in de bodem van de Noordzee te stoppen zodra de stikstofbelemmering kan worden opgeheven – of is/gaat de sector ook echt bezig een reductie van de uitstoot van CO2? En hoe kunnen we hier als PS bij betrokken worden?

In tweede instantie ging de gedeputeerde hier wat nader op in. Met voorbeelden van hergebruik (warmte), maar ook nieuwe processen als kraken en elektrificatie. Ook het werken aan een biobased economy werd aangehaald. Voordat de RES 2.0 dient te worden vastgesteld (eind 2023) zullen we kritisch volgen of en hoe dit daarin komt. 

Voorzitter, tot slot. Wat betreft de opgenomen wensen in de brief van PS aan GS n.a.v. de commissievergadering: die kan de fractie van GroenLinks ondersteunen.

Zeker ook waar gevraagd wordt naar een concreet uitvoeringsplan met duidelijke doelstellingen per bouwsteen en daaruit voortvloeiende acties met wie waarvoor verantwoordelijk is. Daar hebben we nog een vraag bij.

VRAAG: zou GS kunnen toezeggen dat deze uitvoeringsplannen ook telkens voorzien worden van een tijdpad?

GS zegde toe dat die tijdpaden er zouden komen. 

GroenLinks heeft ingestemd met de bouwstenen voor de RES 2.0.