Het doel is een stikstofreductie in de provincie Zeeland en natuurherstel in de Natura 2000-gebieden. We zullen deze opgave ook Zeeuws breed moeten aanpakken. Want dat is in het belang van de toekomst van de natuur en de ondernemers op het platteland!
Wij hebben altijd aangegeven dat daarom álle bronnen bij moeten dragen en dat het Rijk verantwoordelijk is voor de aanpak van de bronnen waar wij geen invloed op uit kunnen oefenen. Dit betreft bronnen uit het buitenland, de scheepvaart, de industrie en de nog altijd onbekende meetcorrectie (voorheen ‘ammoniak van zee’ genoemd.)
Niet alles kan overal …. en ook niet in Zeeland!
Op 8 juni 2020 presenteerde het adviescollege stikstof van dhr. Remkes het eindadvies Niet alles kan overal”. Het rapport was gericht op een structurele aanpak van stikstofreductie op lange termijn. Met voor provincies een belangrijke rol in de uitvoering van een gebiedsgerichte aanpak. De conclusie: er is toen een belangrijke stap gezet, maar de puzzel is nog steeds niet gelegd!
En nu ligt er de opdracht aan de provincies om via een gebiedsgerichte aanpak met hulp van de richtinggevende stikstofdoelen maatregelen te nemen. En daarmee ben ik gelijk bij de ondernemers op het platteland, de boeren en hun persoonlijke bedrijfs-stiktofopgave.
De onmacht en de onrust bij de boeren over de gepresenteerde plannen is goed te begrijpen. En de vele vragen die er zijn ook! En ook wij vinden dat provincie gezamenlijk met boeren en hun vertegenwoordigers in gesprek moet om heldere stikstof doelen te stellen bij invulling aan het gebiedsplan. Vragen en zorgen van boeren zullen beantwoord moeten worden en duidelijkheid is noodzakelijk.
Vraag: Hoe wordt hier in voorzien?
Vraag: Zijn de Zeeuwse boeren vertegenwoordigd in het Bestuurlijk Stikstof Overleg?
En is er overleg met de Zeeuwse gemeenten over stikstofreductie, de doelstelling en afstemming van het Zeeuws proces? Het doel is een stikstofreductie in de provincie Zeeland en natuurherstel in de Natura 2000-gebieden. We zullen deze opgave ook Zeeuws breed moeten aanpakken. Want dat is in het belang van de toekomst van de natuur en de ondernemers op het platteland!
Uw brief lezend merk ik vooral: GS stribbelt tegen! Waarom? Het gaat het nu nog om de richtinggevende gebiedsdoelen die ook in de provincie Zeeland zullen moeten worden aangepakt. Waar wacht u op? Iedereen wil weten wat wordt nu de aanpak van GS Zeeland?
Op pag 2. lees ik : “het college heeft niet ingestemd met PSN (Programma Stikstofreductie en Natuurverbetering van de minister. U schrijft het oneens te zijn met scenario’s voor de landbouw en wacht op concrete scenario’s voor de industrie, aanpak buitenland en ammoniak vanuit zee! En u wilt extra geld voor uitvoeringscapaciteit, want zonder die capaciteit kunnen de voorstellen uit de startnotitie niet worden uitgewerkt.
Vraag: betekent dit dat u op uw handen gaat zitten in afwachting van een positief antwoord vanuit Den Haag?
En u wijst ook nog zorgen voor extra doelen gepland voor oktober 2022 inzake de VHR (vogel en habitatrichtlijn) Vraag: welk effect verwacht u voor wat betreft de stikstofreductie?
Terugkijkend op het eerder door PS vastgestelde Strategische aanpak stikstof is nu de vraag: Hoe komt het dat terugdringen van stikstof ook in Zeeland sinds 2019 nog niet echt van de grond is gekomen?
Wat heeft het voornemen uit het plan reductie van stikstof, monitoring en vergunning verlenen Zeeland tot op heden opgebracht? Zijn actuele cijfers beschikbaar? En wat is nu de stavaza van de vergunningverlening en de ingestelde doelenbank?
GS erkent dat de biodiversiteit onder druk staat. Maar het blijft bij zorgen en men dwaalt af naar procesopmerkingen en verwijzen naar het Rijk, terwijl nu toch de provincies aan zet zijn!
Pijnlijk vind u het dat het NatuurNetwerk Zeeland meetelt als overbelast gebied waar een stikstofreductie gewenst is van 95 %. Hoe komt het dat ondanks alle overleg dit het college toch nog verrast?
Eerder ingenomen standpunt in de Strategische Aanpak Stikstof is dat alle sectoren in Zeeland “bij moeten zullen dragen” en het college valt daar nu op terug! Er is echter nu geen reden op je handen te gaan zitten, lijkt me!
Echter … U stribbelt tegen! Want …en ik lees
GS vervolgt met : Zoals u bekend is hebben wij de afgelopen jaren altijd en overal aangegeven dat de landbouw in Zeeland bij lange na niet de grootste bron van stikstof is die voor depositie in de Zeeuwse N2000 gebieden zorgt. Wij hebben altijd aangegeven dat daarom álle bronnen bij moeten dragen en dat het Rijk verantwoordelijk is voor de aanpak van de bronnen waar wij geen invloed op uit kunnen oefenen. Dit betreft bronnen uit het buitenland, de scheepvaart, de industrie en de nog altijd onbekende meetcorrectie (voorheen ‘ammoniak van zee’ genoemd.)
Samen zijn die bronnen verantwoordelijk voor ongeveer 70% van de depositie. Voor het verkrijgen van draagvlak in het gebied én het kunnen ontwikkelen van een realistische aanpak is het wat ons betreft noodzakelijk dat het Rijk aangeeft hoe zij die bronnen concreet aan gaat pakken. We hebben ons altijd op het standpunt gesteld dat het om wederzijdse afspraken gaat. Deze doelen kunnen niet aan de regio sec opgelegd worden omdat veel bevoegdheden, zeker als het om generieke maatregelen gaat, niet in de regio liggen. Wij betreuren het daarom dat het Rijk de richtinggevende reductiedoelen voor NH3 in de landbouwsector nu al heeft vastgesteld zonder doelen op te nemen voor reductie van NOx in de verschillende sectoren.