Dit bericht verbaast GroenLinks hooglijk, temeer daar wij meermaals aandacht gevraagd hebben voor de noodzaak van voldoende capaciteit (in 2015, 2016 en 2017 bijvoorbeeld, o.a. rond de 380kV kwestie). Het is immers een overheidstaak, zowel (inter)nationaal als regionaal, om te zorgen voor voldoende capaciteit op het net, zeker ook met het oog op de energietransitie. 

Tot op heden werd ons telkens verzekerd dat die problematiek speelde in Friesland, Flevoland, Noord- en Zuid-Holland en Gelderland (zie recent kaartje van TenneT/Liander, september 2019), met name voor de regionale netten aldaar. Wellicht niet direct vergelijkbaar met de aangehaalde (veronderstelde) problematiek op de landelijke 380 kV-snelweg(en) over Zeeuws grondgebied. Die komt mede voort uit het opnieuw aanbesteden door TenneT en dus pas later gerealiseerd kunnen worden. Echter kamp(t)e Zeeland blijkbaar nu al op piekmomenten met capaciteitsproblemen. Ook op het regionale net volgens het artikel gezien de gestegen toevoer van duurzame energiebronnen.  

Duidelijk is (geworden) dat we die capaciteit tijdig nodig hebben met de aanvoer vanaf de windparken op zee, waarbij eveneens gepleit is voor de aanvoer straks vanaf het windpark voor de kust van IJmuiden. Bovendien is er – o.a. bij de presentatie van het rapport ter compensatie van de marinierskazerne – nog eens gewezen op het belang van een 380 kV tak naar Zeeuws-Vlaanderen, o.a. voor de verduurzaming van de elektrificatie van de industrie.      

In de onlangs vastgestelde Zeeuwse RES 1.0 komen al die belangen aan bod. Daarbij werd ons  voorgespiegeld dat hier in Zeeland geen capaciteitsproblemen verwacht werden. Temeer omdat TenneT en Enduris nauw betrokken zouden zijn bij de diverse tafels rond de totstandkoming van de RES 1.0 in Zeeland.   

De fractie van GroenLinks heeft daarom een aantal vragen aan GS.

Vragen:

 

  1. Bent u op de hoogte van het artikel in de PZC? Bent u net als de fractie van GroenLinks eveneens verbaasd over de inhoud daarvan?  

  2. Deelt GS de mening van GroenLinks dat er tot op heden nauwelijks of niet is aangekondigd  door de netwerkbedrijven (zowel TenneT als Enduris) dat er vanaf heden dan wel in de nabije toekomst sprake zou zijn van een (dreigend) tekort aan capaciteit op het stroomnet in Zeeland? Zo nee waarom niet?  

  3. Indien de constatering terecht (b)lijkt en er sprake is van dreiging tot overbelasting van de netwerken in de (nabije) toekomst, dan zijn netwerkbeheerders gerechtigd stroomproducenten op te leggen hun productie af te schalen. In dat geval geldt dat duurzame stroomproductie voorrang verdient. Is GS het met de fractie van GroenLinks eens dat daarbij de combinatie van duurzame energie en die uit kernenergie niet passend is? Immers de productie van de kerncentrale kan niet afgeschaald worden. 

  4. Zeeland heeft behoefte aan een stabiel netwerk, dat de toekomst – geschetst in de RES 1.0 – aankan. Dat geldt dan voor de 380 kV, de 150 kV, maar ook de regionale, lagere kV-netwerken. Dit allemaal in samenhang. Gezien het belang hiervan voor de verduurzaming van de Zeeuwse industrie tot de lokale initiatieven en de burgers, vraagt GroenLinks aan GS of zij bereid is vanuit haar verbindende rol op korte termijn alles in het werk te stellen bij de uitwerking van de RES 1.0 van overheidswege z.s.m. te gaan werken aan passende oplossingen?  Zo nee, waarom niet?

  5. GroenLinks zou graag zien dat GS PS op de hoogte houdt van de vorderingen in deze. Op welke wijze ziet GS daartoe kans?