Voorzitter,
Wens nr. 2 van PS luidt:
“ Er moet een goede borging en expliciete terugkoppeling zijn vanuit de Zanddijk BV naar GS en in het verlengde hiervan naar commissie/PS indien afgeweken wordt van reguliere procedures. Daarnaast is het van belang optimale betrokkenheid te creëren door middel van werkbezoeken van PS”.
GS geeft zelf aan dat de oprichting van een project BV voor project Zanddijk ook risico’s kent.
Een belangrijk risico luidt letterlijk pag3 Brief GS : “ De oprichting vindt plaats op een moment dat het ruimtelijk plan met alle daaraan verbonden toetsingen nog dient te worden vastgesteld, de vergunningen en ontheffingen moeten nog worden verleend, e.e.a. moet nog onherroepelijk worden en de grondverwerving door provincie en gemeente dient nog te worden gerealiseerd, waarbij vooraf niet uitgesloten is dat een onteigeningsprocedure noodzakelijk kan zijn.”
Daarom de vraag : Betekent wens 2 van PS wel voldoende borging voor een goed democratisch proces van GS en PS en zijn de risico’s zoals genoemd wel voldoende in beeld bij PS? De zorg is of PS niet te snel akkoord gaat met de oprichting van deze BV Zanddijk.
Wat verder nog opvalt in de brief van GS is, met een duur woord, de gebrekkige democratische legitimatie”. Er ontstaat meer afstand tussen politiek en uitvoering van het project en daarmee ook het risico dat de democratische besluitvorming op afstand komt te staan!
Onze vraag : zijn de bekende kwartaalrapportages en werkbezoeken wel de juiste instrumenten om vorm te geven aan die democratische legitimatie? Wij hechten zeer aan de actieve informatieplicht van GS aan PS. Kunnen we vertrouwen dat daar op de juiste momenten in wordt voorzien? Of moeten die momenten voor PS alsnog specifiek worden aangegeven in het komende proces?