Wij gingen op dit punt niet akoord met de voorgestelde begrotingswijziging. Gerwi Temmink sprak daarover namens de fractie.
Voorzitter,
In de commissie bestuur kwam de 9e begrotingswijziging aan de orde. Met praktisch alle voorgestelde wijzigingen kan de fractie van PvdA-GroenLinks uit de voeten. Over de veranderingen rond natuurherstel en natuurbeleving hadden wij wat vragen omdat het erop leek dat geld voor de natuur naar landbouw gaat.
De gedeputeerde van financiën veronderstelde dat er sprake zou zijn van een misverstand. Op het onderdeel van natuurbeleving heeft hij gelijk. Ook voor ons is inmiddels duidelijk dat het hier gaat om een verschuiving in jaren. Het bedrag van 214.000 euro gaat van 2025 naar 2026. Daarmee kunnen wij instemmen.
Echter voor ons blijft de andere wijziging niet te volgen. Wij hebben de gedeputeerde van natuur inmiddels leren kennen als iemand die het belang van natuur herkent en erkent. Zeker over natuurherstel heeft hij al meerdere malen aangegeven dat die voorop zou moeten staan, al was het maar om het stikstofprobleem hierdoor opgelost te krijgen ten behoeve van niet alleen die natuur, maar ook ten behoeve van het weer af kunnen geven van vergunningen voor de bouw, de economie, de industrie etc.
Toch zien we bij deze begrotingswijziging dat er op grond van de meicirculaire ineens 243.000 euro van de post natuurherstel in 2025 afgehaald wordt. 22.000 euro hiervan gaat nog dit jaar naar de ambtelijke ondersteuning op landbouw. Op onze vragen waarom werd in de commissie gezegd dat die ondersteuning zou kunnen bestaan uit meer inzetten op agrarisch natuurbeheer. En dat de doelstellingen voor natuurherstel niet zouden veranderen.
Dat gaat volgens mij ook niet zonder instemming van PS, maar dat terzijde. De toelichting op de begrotingswijzigingen zou zo helder moeten zijn dat er geen vragen resteren. Dat is voor de fractie van PvdA-GroenLinks in dit geval in ieder geval niet gelukt. Daarom hebben we aan het eind van deze eerste termijn nog wat vragen:
Waarom is er niet duidelijk gemaakt hoe de resterende 221.000 euro vanaf 2026 en verder ingezet wordt voor natuurherstel?
Waarom gaat er van die 221.000 euro vanaf 2026 ineens 216.000 euro naar de bestemmingsreserve ambtelijke ondersteuning landbouw? Waarom niet naar ambtelijke ondersteuning natuurherstel? Wij hebben als fractie begrepen bij de aanstelling van dit college dat aan alle wettelijke eisen voldaan zal worden, maar dat natuur verder onderaan komt te staan. En landbouw misschien wel bovenaan. Daar gaat i.i.g. vaak meer geld naar. Maar zoals de gedeputeerde zelf al regelmatig aanhaalt: juist natuurherstel moet op 1, al was het maar om van het stikstofslot af te komen. Waarom dan deze verschuiving naar landbouw, die verder niet wordt toegelicht? Tot zover onze 1e termijn.
GS reageerde door te stellen dat die ambtelijke inzet ten goede zou komen aan natuur en landbouw, allebei onderdelen van het programma “Balans in het landelijk gebied”. PS controleert echter op doelstelling. Die voor natuurherstel zijn voor ons zo niet geborgd met voldoende middelen om ze te behalen. Daarom dus tegengestemd.